Afbeelding via Pixabay |
PIEP
– PIEP – PIEP. Hoofdletters kunnen nauwelijks weergeven hoe luid het alarm was,
dat afging terwijl we zaten te ontbijten in een hotel in Parijs, onze laatste
etappeplaats op weg naar huis. Hoofdletters zijn ook te klein om mijn verbazing
weer te geven over wat zich daarna afspeelde.
Dat
was namelijk in eerste instantie precies niets. Mensen gingen rustig door met
het knabbelen aan hun croissant of het slurpen van hun koffie. Ik sloeg dat een
seconde of drie gebiologeerd gade. Ja, op kantoor ken ik die gelatenheid wel
als het ontruimingsalarm afgaat, maar in een hotel had ik toch wat meer paniek
verwacht, of op z’n minst geschrokken blikken; we kennen allemaal de verhalen
van afgefikte hotels en de bijbehorende slachtoffers.
Ik
maande mijn gezelschap om het hotel te verlaten. Daarbij moest ik nog twee
mensen ervan weerhouden om eerst netjes hun dienblad in het afruimkarretje te
plaatsen. Kennelijk is er dan geen knop die omgaat van ‘normaal’ naar
‘noodsituatie’ en ervoor zorgt dat je routine kan worden doorbroken. Maar goed,
we konden de uitgang van de ontbijtzaal gemakkelijk bereiken, simpelweg omdat
bijna niemand anders hetzelfde wilde. Terwijl alleen al de herrie van het alarm
genoeg reden was om daar weg te willen.
Nu
komt het stukje dat ik met enige schaamte opschrijf. De weg naar buiten leidde
langs de receptie. Al van een afstandje maakte de receptioniste met brede
armgebaren duidelijk dat we niet hoefden te evacueren en dat we gewoon door
konden gaan met ons ontbijt. Mijn schaamte zit ‘m erin dat ik als een mak schaap
rechtsomkeert maakte, in plaats van te gaan vragen hoe de receptioniste zo
zeker wist dat er niks aan de hand was. Het kan natuurlijk best zo zijn dat ze
wist wat het alarm getriggerd had en dat dat geen reden was om te ontruimen.
Het eventuele horrorscenario zat heel anders in elkaar: er is om de haverklap
een vals alarm, dus het zal deze keer ook wel weer niks zijn. Gaat u rustig
eten.
In
het Engels heet dat ‘cry wolf’. Als je steeds maar roept: “Kijk uit, een
wolf!”, terwijl in geen velden of wegen zo’n beest te zien is, dan kijken
mensen op een gegeven moment niet meer op of om. En als ergens meerdere keren
per week zonder aanwijsbare reden het brandalarm afgaat, dan neemt het
personeel op een gegeven moment aan dat er deze keer ook niks aan de hand is.
Dat kan fatale gevolgen hebben. Het gekke is dat iedereen dat snapt – en daar
niks mee doet.
Waarom
ging ik daarin mee? Dat is eigenlijk voer voor psychologen en ongetwijfeld
uitgebreid in kloeke boekwerken beschreven, maar als ik zelf even de hobbypsycholoog
mag uithangen: het zal wel met gezagsverhoudingen te maken hebben. Die
receptioniste is een soort van autoriteit – het gezicht van het hotel, degene
die je vertelt in welke kamer je moet slapen en hoe laat de ontbijtzaal open
gaat. En ze staat achter een balie; dat schept afstand en onderstreept haar
autoriteit. Als zo iemand zegt dat het goed is, dan is dat zo. Maar vanwege dat
mogelijke horrorscenario zou ik dus willen dat ik op haar was afgestapt en had
doorgevraagd.
Zo
werkt het ook met computers, mensen. Waarschuwingen worden toch al amper
gelezen – we weten feilloos de wegklikknop te vinden. Terwijl daar toch best
een keer een melding tussen kan zitten die de moeite van het lezen meer dan
waard is, bijvoorbeeld omdat zij het verschil kan maken tussen een organisatie
die plat komt te liggen door ransomware en een organisatie die fluitend blijft
werken omdat jij die melding wél serieus hebt genomen.
De
liefde moet ook hier van twee kanten komen. Als je overladen wordt met allerlei
meldingen, waarvan een deel ook nog eens abracadabra voor je is, dan mag ik
niet van je verwachten dat je in alle gevallen op de juiste wijze reageert. Less
is more vind ik vaak een afgezaagde uitdrukking, maar met die meldingen mag
het inderdaad wel wat minder, om zo de echt belangrijke meldingen de aandacht
te geven die ze verdienen. En dán mag ik wel van je verwachten dat je even de
moeite neemt om te lezen wat er staat en proberen te begrijpen wat je moet
doen.
Nog
even terug naar dat hotel. Op kantoor weet ik precies wat de kortste route naar
buiten is en daar heb ik al vaker gebruik van gemaakt, maar op deze onbekende
locatie kwam het niet in mij op om een nooduitgang te zoeken. Nee, we gingen op
weg naar de hoofdingang van het hotel. Maar de gewone route is lang niet altijd
te beste route. Het kan zelfs een route naar het gevaar toe zijn in plaats van
ervan af. Ik spreek bij deze met mezelf af om daar een volgende keer alert op
te zijn. Doe je mee?
En in de grote boze buitenwereld …
- zijn jongeren via hun games een gemakkelijke prooi voor criminelen.
- waarschuwt de MIVD voor een Russische cybereenheid.
- vermengt die eenheid haar cyberinspanningen met fysieke activiteiten.
- krijg je bij sextortion nu ook een foto van je huis meegeleverd.
- is het moeilijk om grip te krijgen op statelijke spyware.
- worden bedrijven ook wel eens van binnenuit aangevallen (vaker dan je denkt).
- gaat een hele wereld aan sentimenten schuil achter de arrestatie van de baas van Telegram.
- wil Telegram de moderatie op het platform verbeteren.
- zet Defensie zwaar in op de cyber.
- kan beveiligingshardware ook kwetsbaar zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten