vrijdag 30 augustus 2024

Als een dief in de nacht

 

Afbeelding via Unsplash

Het was er bochtig, heuvelachtig en bovenal pikkedonker. Ik had dan ook alle lampen aan de voorkant aan: dimlicht, groot licht én mistlicht (eigenlijk breedstralers). Uit het niets dook zij op. Een donker geklede vrouw die midden over de andere weghelft wandelde, de blik naar beneden gericht.

We waren al min of meer gewend aan vossen die in de nachtelijke Provence de weg overstaken, maar dit was van een andere orde. Je schrikt je wezenloos. Terwijl je hand reflexmatig naar de claxon gaat, schiet er van alles door je hoofd: wat doet die gek daar, wat een geluk dat ze op de andere weghelft liep, en die ene vraag die me nog dagen zou achtervolgen: hoe zou dit zijn afgelopen als ze wél op mijn weghelft was geweest?

Veel tijd om na te denken was er niet. Want van de andere kant kwam een auto aanrijden. Die moest gewaarschuwd worden! Daar heb je twee middelen voor: toeteren en seinen met je licht. Ik deed beide, en daarbij kwam weer een oude ergernis over de bediening van het groot licht in beeld: de hendel heeft geen duidelijke klik tussen seinen en groot licht vastzetten. Waardoor je dus vaak, als je wilt seinen, in plaats daarvan het groot licht vastzet. En daardoor gaat de boodschap verloren – alarmerend geknipper wordt dan irritante verblinding. Andere auto’s doen dat beter: daar trek je de hendel naar je toe om te seinen en duw je hem van je af om groot licht vast te zetten. Overigens had die andere automobilist toch wel begrepen dat er iets aan de hand was, want hij minderde vaart.

Er gebeuren altijd wel onverwachte dingen waar je met gepaste spoed op moet reageren. De ene keer vertrouw je op je reflexen (remmen voor een overstekend kind), de andere keer maak je een aantekening dat je er een keer naar moet kijken (een rammeltje in de auto). De gewenste reactietijd hangt af van twee aspecten. Het ene is de factor tijd: hoeveel tijd heb je om het onheil af te wenden, of om reeds opgelopen schade te herstellen? Het andere is de factor impact: hoe snel moet je reageren om de ongewenste gevolgen van een gebeurtenis te minimaliseren?

In de afgelopen dagen zagen we een gebeurtenis uit de categorie ‘spoed’: een storing in het Defensienetwerk NAFIN, waar niet alleen Defensie zelf, maar ook de rest van Nederland last van had. Eindhoven Airport (tevens een militaire vliegbasis) lag volledig stil, de communicatienetwerken van de zwaailichtsector vielen uit, gemeenten konden geen rijbewijzen uitgeven en burgers konden niet inloggen bij overheidsdiensten omdat DigiD niet beschikbaar was. Kortom: de impact (zelfs maatschappelijk) was groot en spoedig herstel was zeer gewenst. We willen natuurlijk met z’n allen weten wat deze storing veroorzaakte. De minister van Defensie meldde hierover: “De oorzaak van het probleem lag in de toegangsverlening tot het zogeheten Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN). Door een fout in de softwarecode is een probleem ontstaan in de tijdsynchronisatie op het netwerk. Hierdoor was het niet mogelijk om verbinding te maken met dit netwerk. Er is vooralsnog geen indicatie dat de storing is veroorzaakt door een kwaadwillende partij”.

Dat laatste werd al vrij snel geroepen, zó snel dat ik me in eerste instantie afvroeg of het niet eerder een bezweringsformule was dan de werkelijkheid. Maar nu ligt er een plausibel verhaal: componenten van het netwerk, die contact met elkaar wilden maken, kregen geen toegang omdat hun klokken niet gelijk liepen, zo interpreteer ik de ministeriële uitleg. Vergelijk het maar met een link die je krijgt als je ergens op “wachtwoord vergeten” hebt geklikt. Zo’n link heeft vaak een beperkte geldigheidsduur. Als er dan ergens een klok niet goed staat, dan zal zo’n link niet werken, hoe snel je er ook bij bent.

De minister van Justitie en Veiligheid mengde zich met een opvallende uitspraak in de discussie: “Wen er maar aan”, was zijn veel geciteerde mening. Onder dit ministerie vallen ook de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid) en het NCSC (National Cyber Security Centrum), dus het is niet zomaar iemand die dit zegt. Moeten we ons zorgen maken over deze uitspraak? Sommigen vinden van wel, omdat het zou betekenen dat men op hoog niveau de ernst van de situatie niet inziet. Zelf denk ik: joh, we zijn er allang aan gewend, want er gaat wel vaker iets fout en dan wordt het gewoon hersteld. Echter: de meeste incidenten hebben niet zo’n grote impact. Ik kan wel een paar scenario’s in bijvoorbeeld onze eigen organisaties bedenken, waar we wat meer moeite mee zouden hebben. En die dus ook zouden kunnen leiden tot maatschappelijke impact. En daar willen we liever niet aan wennen.

De NAFIN-storing was eigenlijk al verholpen, maar vanochtend (vrijdag) bleek dat de Koninklijke Marechaussee nog steeds met problemen kampt. Mocht je een dezer dagen gaan vliegen, vergeet dan vooral je paspoort niet. Want een noodpaspoort zit er even niet in.

 

En in de grote boze buitenwereld …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten