![]() |
Afbeelding via Pixabay |
Eens
in de zoveel tijd valt de wekelijkse blogdag samen met mijn verjaardag. Meer
reden heb ik niet nodig om op zoek te gaan naar een beetje een gezellig
onderwerp. En dus ging ik op zoek naar een sprookje, want die vertellen we aan
kinderen en dus moeten ze wel gezellig zijn. Toch?
Het
is lang geleden dat ik sprookjes kreeg voorgelezen, en bij onze eigen kinderen
lieten we de sprookjes grotendeels links liggen. Ik moest dus het een en ander
opzoeken. Gelukkig heeft Wikipedia een overzicht van sprookjes en zijn ze daar
handig in grotemensentaal samengevat. Ik heb vanochtend dan ook diverse
sprookjes zitten lezen. Mijn vrouw zag dit en vroeg smalend: “Is dat ook al
werken?” Jazeker, voor mij zijn zelfs sprookjes nuttig!
Uiteindelijk
viel mijn oog op De nieuwe kleren van de keizer van Hans Christian
Andersen uit 1837. Voor wie het verhaaltje niet (meer) helemaal helder op het
netvlies heeft doe ik even een korte samenvatting. De ijdele keizer is
uitgekeken op zijn gewaden en beveelt zijn kleermakers een gewaad te maken van
de stof die niet bestaat. Er dienen zich (valse) kleermakers aan die een stof
zeggen te hebben die alleen zichtbaar is voor slimme mensen. De keizer loopt in
de nieuwe kleren mee in een optocht – in z’n blootje dus, want een stof die
alleen slimmeriken kunnen zien is natuurlijk een fantasie. Niemand durft iets
te zeggen, totdat een kind roept: "Hee, kijk, de keizer loopt in zijn
blootje!" Het publiek houdt eerst zijn adem in, maar al gauw bulderen ze
van het lachen. De keizer doet nog steeds alsof zijn adellijke neus bloedt, ook
al ziet hij zelf ook wel dat hij in z’n nakie is. Bij terugkomst in het kasteel
zijn de inmiddels rijke bedriegers al ver voorbij de horizon.
Ik
heb deze blog de titel De malle keizer gegeven omdat deze vorst zich wel
heel gemakkelijk in de luren heeft laten leggen. Had hij gewoon vertrouwd op
zijn eigen waarneming, en niet geloofd in de onwaarschijnlijke beweringen van
vreemden (!), dan had hij niet voor schut gestaan. Bij mijn weten vertelt het
verhaal niet of het voorval nog consequenties had voor de bestuurlijke carrière
van deze streaker tegen wil en dank.
Op
beurzen loop ik altijd een beetje verloren rond (en ik kom daar dan ook alleen
als ik een conferentie bezoek waar ook een beurs aan is gekoppeld). Bang dat standhouders
me warm willen maken voor een product dat er op papier geweldig uitziet, maar
in de praktijk niets vernieuwends of nuttigs doet. Gelukkig kan ik me altijd
verschuilen achter het feit dat ik niet over het inkopen van spullen ga. En ik
doe ook zelf bijna niks met dat soort producten; dat laat ik over aan
techneuten, die vervolgens rapporteren met behulp van al die mooie tools.
Soms
is iedereen ervan overtuigd dat je bepaalde producten toch echt nodig hebt.
Neem nou een VPN (Virtual Private Network; zorgt ervoor dat je ook over een
niet beveiligd netwerk toch een beveiligde verbinding hebt). Ik heb er ook
eentje in gebruik op mobiele apparaten, want die komen wel eens in hotels, in
restaurants en op luchthavens, kortom op plekken waarvan je de gratis wifi niet
per se kunt vertrouwen. Maar een poosje geleden riep een vakgenote op Twitter:
publieke wifi is ook zonder VPN veilig genoeg voor bijna iedereen – zelfs voor
bankieren. Een paar maanden later volgde een
handige beslisboom voor de vraag: heb ik een VPN nodig? Die boom
biedt drie uitkomsten: (a) host je eigen VPN-server; (b) prima om een gratis of
betaalde VPN-dienst te gebruiken als je er vrede mee hebt dat je gegevens
worden verkocht of bekeken; en ten slotte: (c) illegale dingen, waarvoor je een
VPN óók kunt gebruiken, moet je niet doen, want tja, illegaal.
De
keizer dacht dat hij een grandioos gewaad droeg, en wij denken met z’n allen
dat we helemaal veilig zijn met een VPN. Maar dat is niet per se zo. Door een
VPN te gebruiken, verleg je je vertrouwen van de aanbieder van het netwerk naar
de aanbieder van je VPN: de netwerkaanbieder kan niet meer met je meekijken
omdat je verbinding beveiligd is, maar de VPN-leverancier kan wél met je
meekijken omdat hij de beveiligingssleutel in handen heeft. Dat betekent dus
dat een VPN alleen meerwaarde heeft als het niet méér doet dan het belooft. In
extreme gevallen zou een VPN zelfs minder veilig kunnen zijn dan hotel-wifi. Bijvoorbeeld
als je in een hotel zit waar ze jouw verkeer keurig ongemoeid laten, terwijl je
een VPN van een stoute aanbieder gebruikt die kijkt wat er allemaal langskomt
en die jouw gegevens misschien doorverkoopt aan adverteerders of zo. Die kans
is waarschijnlijk groter bij gratis VPN’s, want hey, als iets gratis is, dan
ben jij het product, weet je nog?
Alleen
als je je eigen VPN faciliteert – zij het als organisatie of als particulier –
weet je zeker dat niemand anders stiekem zit mee te kijken. En de crux in de eerste
tweet zit ‘m volgens mij vooral in “veilig genoeg voor bijna iedereen”. Daar
zit de gedachte achter dat de meeste mensen niet interessant zijn om
doelgericht te worden afgeluisterd. De enige dreiging die wél overeind blijft,
is dat een wifi-aanbieder, die het niet zo nauw neemt, gegevens over jou
doorverkoopt. Maar dat deden Google, Apple en de andere grote
advertentiebedrijven toch al.
Hmm,
eindigt het verhaal toch nog minder gezellig dan mij voor ogen stond. Die
beroepsdeformatie weer hè.
En in de grote boze buitenwereld …
- bepleit een chaos-specialist van Google een verfrissende manier van phishing-testen.
- moeten onafhankelijke telefoonreparateurs klantgegevens doorgeven aan Samsung, en toestellen vernietigen die niet-originele onderdelen bevatten.
- heeft een hacker een nep-callcenter ‘verraden’ aan diens klanten.
- maken kwaadwillenden geraffineerd gebruik van open source.
- zijn onderzoekers ook het nieuwste beveiligingsprotocol van Tesla te slim af.
- kloppen kaarten van China niet.
- delen iPhones gegevens over alle wifi-netwerken die ze zien met Apple.
- ga ik nu taart eten (-;
Geen opmerkingen:
Een reactie posten