vrijdag 24 mei 2024

De malle keizer

 

Afbeelding via Pixabay

Eens in de zoveel tijd valt de wekelijkse blogdag samen met mijn verjaardag. Meer reden heb ik niet nodig om op zoek te gaan naar een beetje een gezellig onderwerp. En dus ging ik op zoek naar een sprookje, want die vertellen we aan kinderen en dus moeten ze wel gezellig zijn. Toch?

Het is lang geleden dat ik sprookjes kreeg voorgelezen, en bij onze eigen kinderen lieten we de sprookjes grotendeels links liggen. Ik moest dus het een en ander opzoeken. Gelukkig heeft Wikipedia een overzicht van sprookjes en zijn ze daar handig in grotemensentaal samengevat. Ik heb vanochtend dan ook diverse sprookjes zitten lezen. Mijn vrouw zag dit en vroeg smalend: “Is dat ook al werken?” Jazeker, voor mij zijn zelfs sprookjes nuttig!

Uiteindelijk viel mijn oog op De nieuwe kleren van de keizer van Hans Christian Andersen uit 1837. Voor wie het verhaaltje niet (meer) helemaal helder op het netvlies heeft doe ik even een korte samenvatting. De ijdele keizer is uitgekeken op zijn gewaden en beveelt zijn kleermakers een gewaad te maken van de stof die niet bestaat. Er dienen zich (valse) kleermakers aan die een stof zeggen te hebben die alleen zichtbaar is voor slimme mensen. De keizer loopt in de nieuwe kleren mee in een optocht – in z’n blootje dus, want een stof die alleen slimmeriken kunnen zien is natuurlijk een fantasie. Niemand durft iets te zeggen, totdat een kind roept: "Hee, kijk, de keizer loopt in zijn blootje!" Het publiek houdt eerst zijn adem in, maar al gauw bulderen ze van het lachen. De keizer doet nog steeds alsof zijn adellijke neus bloedt, ook al ziet hij zelf ook wel dat hij in z’n nakie is. Bij terugkomst in het kasteel zijn de inmiddels rijke bedriegers al ver voorbij de horizon.

Ik heb deze blog de titel De malle keizer gegeven omdat deze vorst zich wel heel gemakkelijk in de luren heeft laten leggen. Had hij gewoon vertrouwd op zijn eigen waarneming, en niet geloofd in de onwaarschijnlijke beweringen van vreemden (!), dan had hij niet voor schut gestaan. Bij mijn weten vertelt het verhaal niet of het voorval nog consequenties had voor de bestuurlijke carrière van deze streaker tegen wil en dank.

Op beurzen loop ik altijd een beetje verloren rond (en ik kom daar dan ook alleen als ik een conferentie bezoek waar ook een beurs aan is gekoppeld). Bang dat standhouders me warm willen maken voor een product dat er op papier geweldig uitziet, maar in de praktijk niets vernieuwends of nuttigs doet. Gelukkig kan ik me altijd verschuilen achter het feit dat ik niet over het inkopen van spullen ga. En ik doe ook zelf bijna niks met dat soort producten; dat laat ik over aan techneuten, die vervolgens rapporteren met behulp van al die mooie tools.

Soms is iedereen ervan overtuigd dat je bepaalde producten toch echt nodig hebt. Neem nou een VPN (Virtual Private Network; zorgt ervoor dat je ook over een niet beveiligd netwerk toch een beveiligde verbinding hebt). Ik heb er ook eentje in gebruik op mobiele apparaten, want die komen wel eens in hotels, in restaurants en op luchthavens, kortom op plekken waarvan je de gratis wifi niet per se kunt vertrouwen. Maar een poosje geleden riep een vakgenote op Twitter: publieke wifi is ook zonder VPN veilig genoeg voor bijna iedereen – zelfs voor bankieren. Een paar maanden later volgde een handige beslisboom voor de vraag: heb ik een VPN nodig? Die boom biedt drie uitkomsten: (a) host je eigen VPN-server; (b) prima om een gratis of betaalde VPN-dienst te gebruiken als je er vrede mee hebt dat je gegevens worden verkocht of bekeken; en ten slotte: (c) illegale dingen, waarvoor je een VPN óók kunt gebruiken, moet je niet doen, want tja, illegaal.

De keizer dacht dat hij een grandioos gewaad droeg, en wij denken met z’n allen dat we helemaal veilig zijn met een VPN. Maar dat is niet per se zo. Door een VPN te gebruiken, verleg je je vertrouwen van de aanbieder van het netwerk naar de aanbieder van je VPN: de netwerkaanbieder kan niet meer met je meekijken omdat je verbinding beveiligd is, maar de VPN-leverancier kan wél met je meekijken omdat hij de beveiligingssleutel in handen heeft. Dat betekent dus dat een VPN alleen meerwaarde heeft als het niet méér doet dan het belooft. In extreme gevallen zou een VPN zelfs minder veilig kunnen zijn dan hotel-wifi. Bijvoorbeeld als je in een hotel zit waar ze jouw verkeer keurig ongemoeid laten, terwijl je een VPN van een stoute aanbieder gebruikt die kijkt wat er allemaal langskomt en die jouw gegevens misschien doorverkoopt aan adverteerders of zo. Die kans is waarschijnlijk groter bij gratis VPN’s, want hey, als iets gratis is, dan ben jij het product, weet je nog?

Alleen als je je eigen VPN faciliteert – zij het als organisatie of als particulier – weet je zeker dat niemand anders stiekem zit mee te kijken. En de crux in de eerste tweet zit ‘m volgens mij vooral in “veilig genoeg voor bijna iedereen”. Daar zit de gedachte achter dat de meeste mensen niet interessant zijn om doelgericht te worden afgeluisterd. De enige dreiging die wél overeind blijft, is dat een wifi-aanbieder, die het niet zo nauw neemt, gegevens over jou doorverkoopt. Maar dat deden Google, Apple en de andere grote advertentiebedrijven toch al.

Hmm, eindigt het verhaal toch nog minder gezellig dan mij voor ogen stond. Die beroepsdeformatie weer hè.

 

En in de grote boze buitenwereld …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten