vrijdag 27 januari 2023

Gebroken bewolking

 

Afbeelding via Pixabay

Net nu ik me er zo’n beetje bij had neergelegd dat de uitspraak “de cloud is de computer van iemand anders” wel erg boomer is, klapte woensdag een belangrijke clouddienst eruit: Outlook, Teams en andere diensten van Microsoft deden het niet meer. Wat is dat toch met die cloud?

In 2016 gaf ik een presentatie met de titel De cloud is geen luchtig wolkentoetje. Op de titeldia stond een foto van captain Kirk uit de science fictionserie Star Trek, gevolgd door het introfilmpje van die serie. De epische woorden, die in het intro worden uitgesproken, had ik in mijn ondertiteling enigszins aangepast:

Cloud: the final frontier

These are the storages of the computing enterprise

Its never ending mission

To explore strange new servers

To seek out new privacy and new legislations

To boldly go where no byte has gone before.

Kijk, dat die cloud de computer van iemand anders is, dat is gewoon een feit. Het betekent simpelweg dat je niet gebruikmaakt van eigen spullen, maar – afhankelijk van het gekozen model – van de infrastructuur (‘het blik’), een ontwikkelplatform of een complete toepassing voor eindgebruikers van de cloudleverancier. Als privépersoon ben je vooral bekend met die laatste variant; grote kans dat de foto’s, die je met je telefoon maakt, in de cloud van Apple of Google worden opgeslagen – en dus niet op de telefoon zelf. Je Word- en Excel-bestanden staan niet meer op je laptop, maar in de Microsoft-cloud. LinkedIn, WhatsApp, Twitter, Zoom, Teams, Netflix: allemaal clouddiensten.

Waarom maken bedrijven gebruik van de cloud? Stel, je hebt een bedrijf dat één of enkele keren per jaar enorm veel klanten over de vloer krijgt, veel meer dan in de rest van het jaar. Denk dan bijvoorbeeld aan online winkels rond de feestdagen, de Belastingdienst in de periode waarin iedereen aangifte doet of een kaartjesverkoper voor een concert van een wereldster. Je hebt vast wel eens meegemaakt dat zo’n site tegen je zei: sorry, het is momenteel te druk, probeert u het later nog eens. Die situatie zul je sneller krijgen bij organisaties die alle spullen in eigen beheer hebben, in een eigen datacenter. Ze hebben daar een beperkte hoeveelheid servers en opslag- en netwerkcapaciteit. Om dat te voorkomen, zou zo’n bedrijf zijn datacenter moeten overdimensioneren. Veel apparatuur zit dan een groot deel van het jaar uit z’n neus te eten.

Het verleidelijke van de cloud is dat je hun diensten afneemt naar behoefte, en dat je snel kunt op- en afschalen. De cloud is elastisch, zoals dat heet. Cloudleveranciers hebben gigantische datacenters, waarmee ze heel veel klanten van over de hele wereld bedienen. Omdat ze zo groot zijn, en niet alle klanten op hetzelfde moment pieken, kunnen ze hun enorme capaciteit verdelen over al die klanten. Vraagt er eentje om meer, dan gaat dat niet ten koste van een ander. Naast deze flexibiliteit heeft de cloud natuurlijk nog een belangrijk voordeel: je hoeft de boel niet zelf te onderhouden en te beveiligen. Voor veel organisaties geldt bovendien dat een cloudleverancier dat veel beter kan dan zij dat zelf zouden kunnen.

Maar dan gebeurt er zoiets als afgelopen week. Azure, de clouddienst van Microsoft, had een storing die wereldwijd gebruikers raakte. Dat is tamelijk uitzonderlijk, want de grote cloudleveranciers hebben datacenters over de hele wereld gebouwd, die ook als elkaars back-up werken. Maar in dit geval was er een netwerkprobleem, dat ook de koppeling tussen die datacenters beïnvloedde. Als zoiets in je eigen datacenter gebeurt, dan hebben alleen jouw klanten daar last van. Veel bedrijven met een eigen datacenter zullen vaker verstoringen hebben die hun klanten raken dan bedrijven die in de cloud leven, vanwege die elasticiteit en flexibiliteit van de cloud. Maar het aantal getroffen klanten is een stuk kleiner: alleen de klanten van dát bedrijf worden getroffen. Een vergelijking dringt zich op: vliegen is vele malen veiliger dan autorijden, maar áls een vliegtuig crasht, dan vallen er vaak veel slachtoffers.

In mijn Star Trek-intro had ik het over ‘strange new servers’. Zowel het Engelse ‘strange’ als de Nederlandse vertaling ‘vreemd’ heeft meerdere betekenissen. Maar vooral ‘onbekend’ is hier van toepassing: de cloud is voor ons een zwarte doos waar we dingen in stoppen, in de hoop dat we er ook weer iets uit krijgen op het moment dat we het nodig hebben. Als dat een keer niet lukt, dan ben je net zo machteloos als wanneer je in een gestrande trein zit. Het is maar net de vraag hoe gemakkelijk je je daarbij voelt.


Oplossing

Vorige week daagde ik je uit om te ontdekken welke stukken van de blog door mij en welke door ChatGPT waren geschreven. De oplossing vind je hier. 

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten