vrijdag 6 juni 2025

Van pantoffels naar biometrie

Afbeelding via Pixabay

Sommige verpleeghuizen gebruiken gezichtsherkenning om dementerende ouderen binnen te houden, berichtte het NOS Journaal een paar maanden geleden. Omdat ik altijd ‘aan’ sta als het om mogelijke onderwerpen voor deze blog gaat, heb ik dat toen genoteerd. En nu kom ik er eindelijk aan toe om uit te leggen waarom die rapportage mijn aandacht trok.

Gezichtsherkenning is een vorm van biometrie, net als bijvoorbeeld een vingerafdrukscan of stemherkenning. Biometrie betekent zoveel als ‘het meten van biologische kenmerken’. De techniek is gebaseerd op het feit dat ieder mens een aantal unieke kenmerken bezit. Op basis daarvan kun je iemand identificeren. En ter geruststelling: bij het toepassen van biometrie wordt niet je complete vingerafdruk of een foto van je gezicht opgeslagen. In plaats daarvan worden enkele specifieke eigenschappen vastgelegd, zoals de afstand tussen je ogen en andere verhoudingen. Bij het controleren of je ergens toegang hebt, wordt via een camera of scanner gecontroleerd of die eigenschappen terug te vinden zijn. Daarom werkt de vingerafdrukscan op je telefoon opeens minder goed als je flink aan het klussen bent geweest: je vinger is dan dermate opgeruwd dat de match niet kan worden gemaakt.

We gebruiken biometrie dus om ergens toegang toe te krijgen. Niet om géén toegang te krijgen. Maar dat is nou precies wat die verpleeghuizen wél doen. De buitendeur staat er gewoon open, maar als de camera iemand ziet aankomen die niet naar buiten mag omdat dat niet veilig is voor hem of haar, dan gaat de deur op slot. De verpleeghuizen vinden het geweldig: "Anders moeten we voor alle bewoners de deuren gesloten houden. Nu draaien we dat om: de deuren zijn open."

En wat als een gewiekste bewoner een snor opplakt, schoot het meteen door mijn hoofd. Of een zonnebril opzet. Grote kans dat hij dan niet wordt herkend en alsnog vrolijk naar buiten loopt. Nu weet ik niet of gewiekst en dement kunnen samengaan, maar ja, ik ben het aan mijn stand verplicht om ervan uit te gaan dat dingen mis kunnen gaan. Edward Murphy is mijn rolmodel (je weet wel, die van die wet: alles wat fout kán gaan, zál fout gaan). 

Wat we daar zien, is biometrie op z’n kop. Waarom wordt biometrie niet op de gebruikelijke manier toegepast? Iedereen die naar buiten mag, staat in het systeem. Wordt hij of zij herkend, dan zwaait de deur open. Komt iemand aansloffen die niet naar buiten mag en dus niet in het systeem staat, dan blijft de deur dicht. Je moet dan van goeden huize komen om het systeem te foppen.

Voordat die verpleeghuizen overstapten op biometrie, gebruikten ze polsbandjes of sensoren in de sloffen van hun cliënten. Ook toen al werkten ze met open deuren, die voor sommigen op slot gingen. Maar daar kon je natuurlijk gemakkelijk omheen werken: sloffen uit en hoppa, je stond buiten. En een beetje gefrummel aan zo’n polsbandje bleek ook al te werken. Overigens heeft de overstap naar biometrie een dubbel gezicht: enerzijds werkt een voor iedereen zichtbaar bandje stigmatiserend, anderzijds maakt de nauwelijks zichtbare biometrie het lastig om in verzet te komen – een recht dat óók dementerenden hebben.

Een verpleeghuis is geen gevangenis. Alleen bewoners, waarvoor het vanwege hun staat niet veilig is om alleen naar buiten te gaan, worden – met toestemming van henzelf of hun vertegenwoordiger – binnengehouden. Bezoekers zijn welkom en moeten vrijelijk in en uit kunnen lopen. Open deuren geven een ontspannen gevoel, en dragen daarmee bij aan een waardig bestaan. Vanuit die invalshoek begrijp ik de omgekeerde werkwijze, en ik kan me voorstellen dat er niet heel veel cliënten zullen zijn die het systeem weten te hacken. Voor de meeste andere toepassing houd ik echter graag vast aan biometrie zoals zij bedoeld is.

 

En in de grote boze buitenwereld …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten