![]() |
Afbeelding via Pixabay |
Je
loopt door een gang die eruit ziet als alle andere gangen, maar uiteindelijk
sta je voor die ene deur. Met dat typische geluid zoeft ze open en je betreedt de ruimte erachter.
Maar nee, je bent helemaal niet meer in een ruimte. Je staat in een weelderig
bos, hoort vogels fluiten en een beekje kabbelen. En dat terwijl je toch echt niet naar buiten
bent gelopen, om de eenvoudige reden dat je aan boord van een ruimteschip bent.
Een
deel van de lezers zal nu precies begrijpen waar ik het over heb, het andere
deel blijft hopelijk ook nieuwsgierig verder lezen. Voor die laatste groep even
een toelichting: je bent aan boord van een ruimteschip uit Star Trek, de nog
steeds populaire science fictionserie uit diep in de vorige eeuw, waar ze in de
24e eeuw over het holodeck beschikken: een ruimte waarin
hologrammen en krachtvelden simulaties genereren van mensen, voorwerpen en
omgevingen. Het ziet, voelt, klinkt en ruikt allemaal totaal realistisch en je
kunt ook alles gewoon vastpakken. De holodecks worden vooral gebruikt voor
recreatie en voor trainingsdoeleinden. De gesimuleerde omgeving kan veel groter
lijken dan de ruimte die het holodeck inneemt. Daarom kun je uren door dat bos
wandelen. Maar je kunt net zo goed in een virtueel café gaan zitten of een
potje tennissen.
In de
jaren tachtig, toen het holodeck opdook in Star Trek, was dit een staaltje
virtual reality avant la lettre. Pas in het decennium daarna kwamen er op grote
schaal consumentenversies van VR-headsets – je weet wel, die skibrillen met
ingebouwde beeldschermen en liefst ook speakers aan de zijkant, die je
onderdompelen in een soms angstaanjagend realistische illusie. Je moet het een
keer ervaren om het te begrijpen.
Zoals
wel vaker gebeurt met uitvindingen die de mensheid vooruit helpen, heeft ook de
technologie om virtuele werkelijkheden (een contradictio in terminis als je het
mij vraagt) te creëren kwalijke toepassingen gekregen. Want tegenwoordig hebben
we kunstmatige intelligentie (ook al zo’n term met ingebouwde tegenstelling; meestal
zeggen we trouwens AI, van artificial intelligence). AI wordt door
cybercriminelen gebruikt om hun slachtoffers een valse realiteit voor te
spiegelen. Zoals bij die moeder waar
ik het laatst over had, die toch echt dacht haar zoon aan de telefoon
te horen zeggen dat hij een ongeluk had gehad. Je hoeft niet altijd een
complete omgeving als in een holodeck op te tuigen om iemand ergens in te laten
geloven. Soms is het gewoon een kwestie van laten zien, horen, voelen of ruiken
wat in een bepaalde context past. En daar zijn criminelen bijzonder handig in.
Ik noem dat AI-criminaliteit.
Als
je de artikelen in de rubriek En in de grote boze buitenwereld…
hieronder regelmatig leest, dan zie je daar de laatste tijd veel gebeurtenissen
langskomen die AI-criminaliteit zullen bevorderen: een Brit die zich – als hij
in het Lagerhuis wordt gekozen – helemaal door AI wil laten aansturen, een
student die AI heeft toegepast om te spieken, ‘intelligente’ tandenborstels en
andere huishoudelijke apparatuur, en vooral niet te vergeten AI-functies die
steeds meer standaard worden ingebouwd in alledaagse software.
Kun
je straks nog vals van echt onderscheiden? Is je waarneming wel volledig? Reeds
in het tijdperk van de chemische fotografie (fotorolletje, donkere kamer,
chemicaliën) werd de waarheid geweld aangedaan door foto’s te retoucheren. Vaak
om ze fraaier te maken, maar er zijn ook groepsfoto’s van hotemetoten van de
Sovjet-Unie bekend waarop in ongenade gevallen kameraden weggepoetst zijn. Die
zijn gecanceld, zouden we tegenwoordig zeggen. Bij digitale foto’s is fotoshoppen
een fluitje van een cent. En je hebt vast wel eens portretten gezien waar bij
werd gezegd dat ze door AI zijn gegenereerd. Had je die informatie niet
gekregen, dan zou je waarschijnlijk gedacht hebben dat je naar een echte mens
zat te kijken. En zo gaat het ook met geluid: de crimineel bemachtigt een
opname waarop iemand iets zegt en vervolgens kan zijn AI-toepassing dezelfde
stem iets anders laten zeggen. Overigens kan dit ook analoog: in presentaties
laat ik vaak een filmpje zien waarop je de acteur Morgan Freeman denkt te zien
en te horen – het optische deel is inderdaad met AI gemaakt, maar de stem is
‘gewoon’ door een stemacteur ge-deep-faked.
Virtual
reality en artificial intelligence vormen een vruchtbaar koppel. Zet je hun
afkortingen achter elkaar, dan krijg je vrai. Dat is het Franse woord voor
waarheid of werkelijkheid. Bizar, nietwaar?
En in de grote boze buitenwereld …
… had
ik deze keer vanwege een vrije dag helaas geen tijd om deze rubriek te vullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten