vrijdag 21 april 2023

Aan de achterkant

 

Afbeelding via Pixabay

Alarm! Op de laptop van een gebruiker zijn negen virussen aangetroffen! Over een paar van die besmette bestanden had de virusscanner eigenlijk te weinig informatie, maar over verschillende andere meldde hij: we hebben dit bestand al bij honderden klanten gezien en we weten vrij zeker dat het bestand onbetrouwbaar is. Gelukkig heeft de scanner de bestanden in quarantaine geplaatst en kunnen ze geen kwaad meer. Het brandje was geblust voordat het goed en wel kon uitbreken.

Van dit soort meldingen liggen we doorgaans niet wakker; we zien ze tientallen keren per week en ze worden keurig automatisch afgehandeld. Precies zoals een virusscanner hoort te doen. ‘Virusscanner’ is overigens een wat ouderwetse benaming, die ik alleen hier hanteer omdat ze gemeengoed is. ‘Malwarescanner’ is al beter, omdat de term meer omvat dan alleen virussen: malware is de samentrekking van ‘malicious’ en ‘software’ en betekent dus ‘kwaadaardige programmatuur’. Naast computervirussen omvat de term malware ook keyloggers (die stiekem je toetsaanslagen vastleggen), spyware (verzamelt gegevens over jou) en backdoors (biedt een hacker illegaal toegang tot je systeem), om maar een paar soorten te noemen. Fabrikanten spreken tegenwoordig graag van een ‘endpoint protection platform’ en daarmee bedoelen ze de beveiliging van alle eindgebruikersapparatuur in een organisatie – dus niet alleen laptops, maar bijvoorbeeld ook tablets, smartphones en printers. De computerindustrie houdt van oude wijn in nieuwe zakken.

Maar goed, die negen meldingen trokken toch om de een of andere reden de aandacht van een collega, die de desbetreffende gebruiker maar eens ging bellen. De meldingen impliceerden dat de besmette bestanden op een USB-device stonden, maar de gebruiker beweerde met de hand op het hart dat hij geen USB-stick in z’n laptop had zitten. Na wat doorvragen bleek dat hij de laptop thuis via een KVM-switch aan een beeldscherm had gekoppeld (met een KVM-switch (Keyboard, Video, Mouse) kun je meerdere computers aan één beeldscherm, toetsenbord en muis koppelen; je kunt gemakkelijk tussen de verschillende computers switchen). Maar ook in die KVM-switch zat geen USB-stick. Uiteindelijk, na het nodige speurwerk, bleek het beeldscherm zelf ook een USB-poort te hebben, en dáár zat een USB-stick in die de besmette bestanden bevatte.

Het voorval illustreert mooi dat de waarheid niet altijd aan de oppervlakte ligt. Als je alleen zou afgaan op de informatie die de scanner levert, dan zou je concluderen je dat er een USB-stick met besmette bestanden in de laptop zit. En als de gebruiker dan zegt dat dat niet waar is, dan geloof je hem niet. Terwijl de gebruiker in dit geval te goeder trouw was en geduldig meewerkte om mijn vasthoudende collega van dienst te zijn. Helaas weten we niet hoe die besmette USB-stick in de monitor is terechtgekomen.

Nog iets anders vraagt hier om aandacht. Er zijn nogal wat apparaten die USB-ingangen hebben. Van oudsher kennen we ze van computers, maar beeldschermen kunnen er ook mee zijn uitgerust, en onze aan het wifinetwerk gekoppelde tv heeft er ook een paar. Bij dat soort apparaten zitten ze meestal aan de achterkant en daarmee zijn ze uit het zicht. Dat biedt mogelijkheden voor mensen met minder goede bedoelingen: in een onbewaakt ogenblik kunnen ze eenvoudig een USB-stick aanbrengen die programmatuur bevat die je liever niet in huis hebt. Nu was de medewerker in kwestie niet geautoriseerd voor het gebruik van USB-sticks, maar de USB-stick werd wel gezien door Windows.

Het vraagt om waakzaamheid. Weet jij altijd precies waar je je laptop aan koppelt? En wat daar nog achter zit, en wat er aan de achterkant zit? Wat doen je huisgenoten met apparatuur waar jij ook voor je werk gebruik van maakt? Het kan geen kwaad om hen ervan bewust te maken dat USB-sticks kwaadaardige bestanden kunnen bevatten en dat die altijd eerst even moeten worden gescand voordat de bestanden worden geopend. Dat is niet alleen in het belang van jou en je huisgenoten als privégebruikers, maar in het geval van gedeeld gebruik van apparatuur ook in het belang van jullie werkgevers. Daar mag best iedereen in huis rekening mee houden.

Nog even dit. Ik heb hierboven uitgelegd wat malware is, en hoe het woord is ontstaan. Dat heeft ook consequenties voor de uitspraak ervan. Nogal wat mensen – zelfs vakgenoten! – spreken van ‘molwèr’. Op de radio loopt al een poosje een reclamespotje van een beveiligingsbedrijf en ook daar spreken ze het zo uit. Maar als je weet dat de eerste lettergreep afkomstig is van ‘malicious’,  dan snap je ook dat je ‘melwèr’ moet zeggen. Dat is dan afgesproken. 

Volgende week verschijnt er geen Security (b)log.

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten