vrijdag 14 april 2023

Een jaar geen internet

 

Afbeelding via Pixabay

Het was een prettige lentedag, die 14e april 2022. Zonnig, zwak windje, twintig graden. Maar de dag begon wel mistig. Niet alleen in meteorologisch opzicht, ook digitaal. Om 7.53 uur begon het internet te haperen. Een uur later stonden alle schermen op zwart. Wereldwijd. Dat was een jaar geleden. Het internet is nog steeds stuk, alle knappe cyberkoppen die zich hierover hebben gebogen ten spijt. We zijn, cybermatig gesproken, teruggeworpen naar het floppytijdperk.

Zou een dergelijk horrorscenario ooit werkelijkheid kunnen worden? Op het gevaar af dat de wens de vader van de gedachte is: ik denk van niet. Het internet is immers juist ontworpen om stand te houden na uitval van een deel van het netwerk. Het kent geen allerbelangrijkste component die, als hij uitvalt, het hele internet uitschakelt. Het ontwerp kent een militaire achtergrond, waarbij beschikbaarheid van het allergrootste belang was, en dit mechanisme is natuurlijk ook heel handig in de burgermaatschappij. Ondanks het onwaarschijnlijke karakter van mijn hersenspinsel wil ik, voor de duur van deze blog, toch even doen alsof de eerste alinea waar gebeurd is. In termen van informatiebeveiliging zou je dan droogjes kunnen opmerken dat er een beschikbaarheidsprobleem is. Da’s leuk, maar met die constatering schiet je weinig op als je vervolgens niet een herstelplan uit de kast kunt trekken dat zijn titel eer aandoet.

Ik probeer te bevatten wat de langdurige afwezigheid van internet zou betekenen. Laat ik eerst maar eens naar mezelf kijken. Om te beginnen zou ik dan nu niet thuis achter mijn bureau zitten, maar op kantoor. Vijf dagen per week. Want thuiswerken zonder internet kan niet. Nou ja, ik zou er natuurlijk wel een blog of een memo kunnen schrijven, op m’n laptop opslaan en die op kantoor op het intranet zetten (sorry externe lezers, jullie moeten het zonder doen). Maar dat online overleg, dat ik vanochtend had, dat had toch echt niet gekund. Ik had er door de koude lentezon voor naar kantoor moeten fietsen. Over kou gesproken: zonder internet had ik echt niet geweten wat het weer een jaar geleden was, en had deze blog niet met het weerbericht van toen kunnen beginnen.

Het is voor mij een kwartiertje fietsen en ik vind mijn kantoor blindelings, maar stel dat ik naar een mij onbekende bestemming had gemoeten. Zou mijn navigatie gewerkt hebben? Ja en nee. GPS staat los van het internet; dat zijn gewoon een paar satellieten in een baan om de aarde en een antenne in mijn navigatie-apparaat, die het signaal van die kunstmanen opvangt. Ik weet dus waar ik ben en welke kant ik opga. Zonder internet heb ik echter geen actuele kaarten. Als ik mazzel heb, dan zitten de benodigde kaarten in het systeem. Zo niet, dan moet ik de coördinaten opgeven om het systeem te vertellen waar ik heen wil. Maar ja, hoe kom ik daar achter? En ik mis sowieso actuele verkeersinformatie, waardoor ik mogelijk in een grote file terechtkom en te laat op mijn bestemming ben.

Goed, ik heb nog wel ergens wat oude papieren wegenkaarten liggen en de wegwijzers zijn ook nog niet afgeschaft; ik zou mijn weg ook geheel zonder elektronica vinden. Voor digital natives – jongelui die zijn geboren met een smartphone in hun knuistjes, die niet eens beseffen dat er ooit een internetloos tijdperk was – zou analoog navigeren wel eens een grote uitdaging kunnen zijn. Ze weten bij wijze van spreken niet eens hoe ze een kaart moeten uitvouwen en ze kijken dwars door wegwijzers heen.

De vraag naar ontzettend veel soorten personeel zou exploderen. Webshops doen het niet meer – je moet voor alles naar de winkel, waardoor die meer personeel nodig hebben. Gelukkig zijn er ook opeens veel mensen over die in de distributiecentra van de grote webshops werken. De belastingaangifte moet weer als vanouds op papier en al dat papier moet handmatig verwerkt worden. Waar haal je zoveel goed opgeleide belastingambtenaren vandaan? Als ik een afspraak bij de tandarts, de kapper of een restaurant wil, dan moet ik bellen – gelukkig hebben we onze telefoonnetwerken nog niet opgedoekt onder het mom van “we kunnen toch via Skype of WhatsApp bellen”.

Reisbureaus zouden als paddenstoelen uit de grond schieten. Want we kunnen niet meer vanuit de luie stoel een leuke vakantie boeken. Je moet je vakantie ruim van tevoren plannen, want het reisbureau moet met een papieren aanvraag naar de touroperator en in de tussentijd moet je maar duimen dat er nog plek is, want ook het reisbureau kan de beschikbaarheid niet online checken.

En mijn werk? Dat gaat gewoon door. Want gelukkig hebben we een groot eigen datacenter, waarin de systemen draaien die ons eigen legertje ICT’ers maakt en onderhoudt. Daar hebben we nog voor jaren werk aan. Want beveiliging is een proces hè. We storten ons met al onze energie op deze klus, zonder afleiding door externe mailtjes en social media. En het nieuws van de dag vernemen we pas ’s avonds, als we via de in allerijl herstelde analoge kabel-tv naar het nieuws kijken.

Zo, ik ga deze blog maar eens op de post doen.

 

En in de grote boze buitenwereld …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten