vrijdag 3 september 2021

Frans



Als je naar een ander land reist, dan ben je in dat land te gast. En als iets in dat land je niet aanstaat, dan is dat jouw probleem, niet dat van het land. Ik kan dus moeilijk op de Fransen foeteren omdat velen van hen geen of gebrekkig Engels spreken. Had ik maar fatsoenlijk Frans moeten leren voordat ik erheen ging! Dat gezegd hebbende: het is best lastig dat veel Fransen geen goed Engels spreken. (Voor de goede orde: mijn eigen Engels is ook verre van perfect (laten we zeggen een 7)).

In de horeca valt het allemaal reuze mee. Toen ik in de vorige eeuw voor het eerst naar Parijs ging, keken obers je nog vies aan als je geen Frans sprak en je kreeg zeker geen antwoord in het Engels. Tegenwoordig staan ze je zelfs in café Le centre de nulle part (mijn woordenboekvertaling van The middle of nowhere) zodanig te woord dat je krijgt wat je wilt hebben. Maar buiten de horeca? Bij de ingang van een waterpretpark wilde ik iets vragen en daarom vervoegde ik mij bij het loket met opschrift Accueil (receptie). De eerste jongedame die me daar te woord stond, haalde na twee wanhopige pogingen om mij te begrijpen haar collega erbij, waarvan ze ten onrechte vermoedde dat die het Engels beter beheerste. Uiteindelijk kreeg ik een antwoord, alleen vraag ik me in dat soort situaties altijd af of ze niet op de gok yes of no zeggen om van je af te zijn.

In deze vakantie moest ik ook nog communiceren met ambulancepersoneel, verpleegsters en artsen (het was achteraf niet zo’n ernstige situatie, dank u). De drie vriendelijke ambulanciers spraken amper Engels, maar met een combinatie van simpel Engels, roestig schoolfrans en handen en voeten kon ik hen toch duidelijk maken wat er aan de hand was. Ze besloten dat een ritje naar het nabijgelegen kinderziekenhuis zinvol was. De verpleegkundige, die ons daar opving, sprak heel redelijk Engels, en de dame van de administratie, die ik vroeg of ze Engels sprak, antwoordde zelfs op een toon die grote vanzelfsprekendheid uitstraalde. Ook met de artsen viel vrij goed te praten, al had ik van dergelijke hoogopgeleide mensen verwacht dat ze beter verstaanbaar zouden zijn. Maar ja, in Frankrijk worden de mensen nu eenmaal veel minder aan het Engels blootgesteld dan bij ons. Het belangrijkste is echter dat ze ons keurig hebben geholpen. En dat voor slechts een paar tientjes.

Als ik over informatiebeveiliging praat met leken op mijn vakgebied, dan zit ik soms in net zo’n situatie. Met echte leken kun je tamelijk gemakkelijk over een onderwerp als bijvoorbeeld phishing praten, omdat je nul voorkennis mag veronderstellen en er zelf zoveel vanaf weet. Het is dan natuurlijk nog wel zaak om die kennis begrijpelijk over te brengen en niet in jargon te vervallen of een warrig verhaal af te steken; dan zou ik de Fransman zijn. Ook met managers valt goed te praten, mits je over het vermogen beschikt om hen duidelijk te maken wat je van ze verwacht en vooral goed kunt uitleggen waarom dat belangrijk is.

De moeilijkste gesprekken heb ik met techneuten. Die kennen hun systemen van binnen en van buiten en ze weten ook alles over de beveiligingsinstellingen ervan. Ik weet vaak maar een beetje van hun systemen en praat over beveiliging in conceptuele, normatieve en beleidstermen. Dat lijkt soms op vakantie in Frankrijk. Termen, waarvan ik vermoed dat ze voor mij niet relevant zijn, probeer ik te negeren, en als iets belangrijk lijkt, dan vraag ik om uitleg. Want ik moet hun verhaal snappen om mijn eigen verhaal daarop af te kunnen stemmen en om te begrijpen hoe ik hen kan helpen. De techneuten weten meestal niet hoeveel of hoe weinig ik van hun materie afweet en zijn geneigd om kennis te veronderstellen die er niet is. In de toeristenbranche werken ze met vlagspeldjes, die aangeven welke talen iemand spreekt. Soms ben ik daar jaloers op. Dus, beste techneuten: ik doe mijn best om jullie taal te spreken; komen jullie mij ook een beetje tegemoet?

Ooit vroeg ik in het buitenland aan iemand: “Do you speak English?” Zijn verrassende antwoord luidde: “Yes, and probably better than you.” Dat soort mensen, die aan beide kanten hebben gestaan, moet je koesteren. Net als mensen die over een onverwacht talent beschikken. Ik was met mijn dochter meegereden in de ambulance. Vrouw en zoon volgden op eigen gelegenheid. Bij de receptie van het ziekenhuis informeerden ze naar ons, maar de receptioniste sprak geen woord Engels. Een beveiliger bleek echter prima Duits te spreken en kon hen verder helpen. Leerpunt: soms ligt de oplossing ergens anders dan waar je haar zoekt.

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten