vrijdag 16 juli 2021

Vonken

Dan denk je dus dat je als oude rot in het vak alles al wel eens hebt gezien, en dan komt er opeens een type dreiging voorbij waarvan je tot dat moment niet besefte dat je er rekening mee hebt te houden. Of wist jij dat de vonken van je mobiele telefoon afspatten?

Ik dus ook niet. Heb het ook nog nooit waargenomen. En na wat leeswerk is wel duidelijk dat “de vonken ervan afspatten” schromelijk overdreven is. Het gaat om zogenaamde microvonkjes, die in een gewoon mobieltje in de elektronica kunnen ontstaan. Google laat me in de steek als ik meer over microvonken wil weten, maar ik weet nu wel opeens dat je uiterst nauwkeurige metaalbewerkingen kunt uitvoeren met een techniek die microvonkfrezen heet. Dat is een klassiek gevalletje websurfen: je zoekt iets op en drie muisklikken later zit je bij een compleet ander onderwerp.

Die ieniemienievonkjes kunnen geen kwaad, maak ik op uit het blote feit dat er voor de gewone googelaar niets over te vinden is. Geen gevaar dus, tenzij je je in een explosieve omgeving bevindt, waar de kleinste vonk al tot een ramp kan leiden. Die omgevingen kom je bijvoorbeeld tegen in de olie- en gasindustrie, maar ook in het laadruim van een schip of in meel- en suikersilo’s, waar zich stofexplosies kunnen voordoen. Als je in een dergelijke omgeving moet werken en daar een smartphone bij nodig hebt, dan wil je er heel graag eentje hebben met een minder opvliegend karakter. En die toestellen bestaan. Ze voldoen aan de Europese ATEX 114-richtlijn (ATmosphères EXplosibles) en dragen een officieel keurmerk. De ATEX-richtlijn kent een aantal zones, die de wereld indeelt op basis van de kans dat er een explosief gasmengsel of een explosiegevaarlijke stofwolk aanwezig is. Op basis daarvan kun je bepalen welke smartphone je moet hebben. En die ga je niet vinden bij Apple of Samsung. Het zijn speciale Android-toestellen met een stevig prijskaartje. De meeste zien er ook heel stoer en robuust uit, zo van: als je in een explosiegevaarlijke omgeving werkt, dan laat je je telefoon vast wel een keertje vallen. Geen toestellen voor mensen die van verfijnd design houden.

Voor mij was dit de periodieke herinnering aan het feit dat je, als je nadenkt over risico’s, verder moet kijken dan je neus lang is. We zijn geneigd om na te denken over de bekende dreigingen en ons daartegen te wapenen. Dat wordt ook in de hand gewerkt door risicoanalysemethodes die uitgaan van een vaste lijst van dreigingen, zoals IRAM. Om daar enigszins een mouw aan te passen vraag ik aan het begin van een risicoanalysesessie altijd aan de aanwezige materiedeskundigen of zij op voorhand al risico’s kunnen noemen waar ze wakker van liggen. Als die risico’s worden afgedekt door het standaardlijstje is dat mooi, en anders loop je minder kans dat ze over het hoofd worden gezien omdat iedereen zich heeft blindgestaard op dat lijstje.

Eerder deze week sprak ik een NCSC-expert op het gebied van risicoanalyses. Hij hamerde erop dat je, als je probeert om de kans op een gebeurtenis in te schatten, rekening moet houden met de actor achter die gebeurtenis. Daarvoor moet je om te beginnen weten met wie je te maken zou kunnen krijgen. Kijk je bijvoorbeeld naar de dreiging van een DDoS-aanval (die je website platlegt), dan moet je je afvragen of jouw organisatie op de korrel zou kunnen worden genomen door statelijke actoren en georganiseerde criminaliteit, of dat je ‘slechts’ rekening hoeft te houden met verveelde pubers. Bij elke potentiële actor moet je je drie dingen afvragen: over hoeveel geld kan hij beschikken, hoeveel kennis heeft hij en hoe groot is zijn bereidheid om de aanval uit te voeren. Dat geeft een beter beeld van de kans op een gebeurtenis dan inschattingen op basis van… ja, van wat eigenlijk? Overigens zie ik het als groot voordeel van de IRAM-methodiek dat je niet zelf hoeft na te denken over de kans op een gebeurtenis, maar vooral focust op de maatregelen die je tegen een dreiging hebt getroffen. Maar ja, dan ga je toch weer inschatten hoe goed die maatregelen zijn. Nadenken over actoren kan daar echt bij helpen.

En dan heb je opeens te maken met zo’n dreiging als explosiegevaar, die op het eerste oog niets met ICT – en dus met informatiebeveiliging – te maken heeft. Tot je beseft dat ICT-apparatuur daar wel degelijk een rol bij kan spelen. Bij zo’n type dreiging is er geen actor in de zin van kwaadwillende. De actor is hier de gebruiker, die zich ervan bewust moet zijn dat hij in een risicovolle omgeving moet werken en daarom z’n privémobieltje thuis moet laten.

Om met een vrolijke noot af te sluiten nog het volgende. Toen ik me in het ATEX-verhaal verdiepte, kwam ik onder andere terecht op de website van Vonk bv, een bedrijf dat onder andere vonkvrije telefoons levert. Geinig.

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten