Dit bord staat in Prien am Chiemsee, in het zuiden van Beieren. Voor wie
het Duits niet machtig is, volgt hier de vertaling: Verboden te fietsen. Verstandige mensen fietsen hier niet, voor de rest
is het verboden. Het bord staat op een toeristische plek: het vertrekpunt
van zowel rondvaartboten (rechtdoor) als de plaatselijke stoomtram (links).
Rechts van het bord zijn de loketten. Wij waren daar ’s avonds en toen was het
vooral op de terrassen erg druk, maar ik kan me goed voorstellen dat het er op
een mooie zomerdag krioelt van de toeristen die een kaartje willen kopen en
zich verdringen om een mooi plaatsje op de boot of in een wagon te bemachtigen.
Om te beginnen wil ik even afrekenen met het hardnekkige vooroordeel dat
Duitsers geen humor zouden hebben. Dit bord getuigt zelfs van openlijke ambtelijke
humor en ik geef toe, dat heeft ook mij een beetje verrast. Dit bord is zonder
twijfel grappig, maar is het eigenlijk wel humor? Of is het veel meer een appèl
aan het gezond verstand? Het staat er eigenlijk letterlijk hè. De meeste mensen
zullen zich graag tot het verstandige deel der bevolking rekenen (al is dat
helaas in sommige gevallen net zoiets als dat iedereen vindt dat hij goed kan
autorijden). Maar goed: als je verstandig bent, dan fiets je hier niet; ik bén
verstandig, ergo: ik stap af. En voor hardleerse mensen die stoer willen doen
of de tekst niet begrijpen, is er de stok van het verbod achter de deur,
compleet met verkeersbord dat ook niet-Duitssprekenden zouden moeten kunnen
snappen. Ik denk dat weinigen het wagen om hier te fietsen.
In mijn vak doe ik ook vaak en graag een beroep op gezond verstand.
Bijvoorbeeld als ik over phishing en andere scams praat: als iets te mooi lijkt
om waar te zijn, dan is het dat meestal ook. Je wint geen prijs in een loterij
waar je geen lot voor hebt, zo simpel is het. Ook die Nigeriaanse prins met
zijn vette erfenis is natuurlijk een sprookje. Ook in je professionele doen en
laten zie ik graag een flinke dosis boerenverstand aan het werk. “Ik wil dit
bestand naar mijn privéadres mailen, maar mag dat wel?” Het antwoord op een
dergelijke vraag is meestal te vinden in regelgeving. Het mooie is dat veel
regelgeving is gebaseerd op datzelfde gezonde verstand dat jij zelf ook hebt.
De meeste mensen zouden immers hun snelheid in een woonerf óók matigen als ze
niet zouden weten dat ze zich in een woonerf bevinden, gewoon omdat de
omstandigheden duidelijk maken dat je daar niet moet scheuren – al zijn er
altijd wel hufters die te laat van huis vertrekken en toch hun kind op tijd op
school willen hebben, desnoods, zo lijkt het wel, ten koste van andermans
kinderen (sorry, even een privéfrustratie luchten).
Terug naar de combinatie van regelgeving en gezond verstand, en het
voorbeeld met wel of niet mailen. Ook zonder regelgeving kun je bedenken dat
het prima in orde is om een foldertje naar huis te mailen dat je aan een kennis
wilt laten zien om hem ergens mee te helpen. Net zo goed zul je begrijpen dat
je geen zakelijke informatie naar buiten moet mailen als je in een organisatie
werkt waar de afspraak geldt dat zakelijke informatie zich alleen op zakelijke
systemen mag bevinden. Daarbij hoeft het overigens nog niet eens om
privacygevoelige gegevens te gaan (de AVG-kaart wordt veel te vaak gespeeld om
dingen maar niet te hoeven doen).
En als je dan vervolgens het beveiligingsbeleid erop napluist, dan kom
je er – hopelijk niet tot je verbazing – achter dat je inderdaad wordt geacht
om zakelijke informatie niet naar buiten te mailen, vanwege de consequenties
die dat heeft voor de vertrouwelijkheid van die gegevens. Overigens staan veel
dingen niet letterlijk in het beleid uitgeschreven, maar moet je de regels voor
een bepaalde situatie interpreteren. Daar zijn mensen zoals ik dan weer handig
voor.
Wist je trouwens dat je ook bij het gebruik van mobiele apparaten je
gezonde verstand mag gebruiken? Een lunchafspraak via WhatsApp regelen? Prima.
Zakelijke informatie delen via diezelfde weg? Niet doen. Maar die chats zijn
toch versleuteld? Ja, maar wie hebben de sleutel allemaal? Je communicatie gaat
via Amerikaanse servers en de Amerikaanse wetgeving is niet kinderachtig als
het gaat om het inzien van gegevens door opsporingsdiensten.
Nederlandse fietsers lappen nog wel eens wat verkeersregels aan hun
laars, waarschijnlijk omdat hun persoonlijke inschatting op zo’n moment is dat
het wel kan (licht staat op rood, maar er is geen ander verkeer). Soms echter
ook omdat ze risico’s verkeerd inschatten, en dan gebeuren er ongelukken. Het
is verstandig om te beseffen waar je wel en niet verstand van hebt. Daarom is
de combinatie van zo’n gezond-verstand-appèl en een verbod zo gek nog niet.
En in de grote boze buitenwereld …
... ontvangt de Autoriteit Persoonsgegevens zo’n tweeduizend meldingen
van datalekken per maand. De grootste gaten zitten bij ziekenhuizen en
apotheken.
... richten ook Amerikaanse phishers hun pijlen op belastingbetalers.
... lees je hier wat de laatste trends op het gebied van phishing zijn.
... zijn nog steeds veel webcams niet goed beveiligd.
... is een kluis met backup-tapes van een verzekeraar gestolen.
... zou je de Boeing Dreamliner kunnen hacken, maar het is niet heel
waarschijnlijk dat dat ook daadwerkelijk gebeurt.
... zijn er grenzen aan wat een camera bij je voordeur allemaal mag
doen.
... stuurt je tv gegevens naar onder andere Netflix, Google en Facebook.
Ook als hij uitstaat, ook als je geen abonnement hebt.
... betekent ‘weggooien’ bij WhatsApp nog niet dat ook echt alles weg
is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten