| Foto van auteur |
Ik
weet niet wat mij het meest irriteerde. Was het de spelfout, of toch het feit
dat mijn pakje in de kliko was gedumpt? Of was het dat hartje, waarmee de
bezorger zijn daad vergoelijkte?
Kijk,
als ik ergens iets bestel, dan wil ik dat artikel natuurlijk zo snel mogelijk hebben.
Maar ik wil het ook daadwerkelijk ontvangen, en het moet intact zijn. Die beide
laatste eisen kan ik niet goed rijmen met bezorging in de afvalcontainer. Er
kan namelijk genoeg misgaan. Het zou me niet verbazen als hele bendes ‘s
middags door verlaten woonwijken struinen, op zoek naar in kliko’s gedumpte
pakketjes. Bovendien kan een huisgenoot, die van niets weet, zomaar een lading
vers oud papier in de blauwe kliko gooien zonder het pakketje op te merken. Een
opmerkzame buurman, die wél eraan heeft gedacht dat die containers vandaag
worden geleegd, kan zo vriendelijk zijn om jouw container ook aan de straat te
zetten. En als de kliko al leeg was, dan moet je erin duiken om dat felbegeerde
pakje te bemachtigen. Enfin, je begrijpt dat ik de container bepaald niet als
surrogaat-brievenbus beschouw.
Natuurlijk
heb ik daar al menige bezorger op aangesproken. Die zeggen netjes sorry en
beloven beterschap. Klaag je bij hun werkgevers, dan krijg je eveneens het
gewenste antwoord: foei, we zullen het intern bespreken. Maar er verandert
natuurlijk nooit wat. Er zit veel te veel tijdsdruk op de bezorging, en de
bezorgers worden, afhankelijk van de constructie, betaald per afgeleverde
zending. Mee terugnemen betekent voor sommigen geen geld. Het is dus, zeg maar,
een pragmatische keuze om het pakje dan maar ergens achter te laten. En de
kliko is dan nog een relatief veilige plek. Ik ken gevallen waarbij het pakje
‘gewoon’ bij de voordeur werd achtergelaten.
Je
kunt in een soortgelijke situatie terechtkomen als je niet weet waar je je data
opslaat. Als je thuis bijvoorbeeld een recente versie van Microsoft Office
gebruikt, dan slaan Word, Excel en de andere programma’s jouw bestanden het
liefst – dat wil zeggen standaard – op in de cloud. Als je ze ‘gewoon thuis’
wilt opslaan, dan moet je daar moeite voor doen. Ik durf te wedden dat veel
mensen niet eens weten dat hun bestanden in de cloud terechtkomen, laat staan
wat dat betekent. Als ze het wel zouden weten, dan zouden ze misschien
schrikken, of verontwaardigd zijn: “Waarom heeft niemand mij dat verteld?!” In
die zin is de cloud een digitale kliko.
Raak
je dan bestanden kwijt die in de cloud staan? Waarschijnlijk niet. Maar het kan
je wel overkomen dat je er tijdelijk niet bij kunt doordat de clouddienst een
storing heeft. Je hoort ook steeds vaker de term ‘digitale soevereiniteit’. Dat
gaat dan over het zelfbeschikkingsrecht van een land over zijn gegevens. Ik zie
een golfbeweging: in de beginjaren van de public cloud zeiden we vaak dat de
cloud niets anders dan de computer van iemand anders is – en dat je daar toch
zeker je gegevens niet zou willen opslaan? Toen duidelijk werd dat de grote
clouddienst-verleners hun zaakjes picobello op orde hadden, ontstond een run op
de cloud; het was de logische plek om alles bij die Amerikaanse techreuzen,
onze vrienden, onder te brengen. In het huidige geopolitieke klimaat kijken we
met een flinke dosis scepsis naar die Amerikaanse hegemonie.
Wat
geldt voor jouw privésituatie, geldt ook voor de organisatie waar je voor
werkt. Die wil ook dat haar gegevens niet zomaar, ondoordacht, ergens
terechtkomen. Dat betekent dat er heldere richtlijnen moeten zijn over wat wel
en niet in de cloud mag. Voor overheidsorganisaties is dat niet alleen een
beleidskeuze, maar ook een politieke. En ‘helder’ betekent dat het beleid ook
gemakkelijk uitvoerbaar moet zijn. Lange groene en rode lijsten gaan niet
werken. De techniek schiet ons hier te hulp met een CASB: een Cloud Access
Security Broker. Die controleert en handhaaft automatisch het bedrijfsbeleid
bij het gebruik van cloudapplicaties, zodat gevoelige informatie alleen onder
veilige en toegestane voorwaarden wordt opgeslagen en gedeeld.
Maar
natuurlijk is de techniek niet feilloos. En dus moet veel meer naar alternatieven dicht bij huis, onder
onze eigen soevereiniteit, gekeken worden. Bert Hubert is iemand die daar flink
voor lobbyt. Hij heeft al eens voorgesteld om een soort ‘Cloud Kootwijk’ op te
richten. Hij knipoogt daarmee naar het radiostation, dat Nederland in de
koloniale tijd oprichtte om voor het contact met de koloniën niet afhankelijk
te zijn van het concurrerende buitenland: Radio Kootwijk. Het imposante gebouw
met de bijnaam De Kathedraal staat er nog. Met wat aanpassingen kun je er zo
een nationale cloud huisvesten. Moeten ze daar wel ook even goede afspraken met
de pakjesbezorgers proberen te maken.
En in de grote boze buitenwereld …
- kan een cloudstoring vergaande gevolgen hebben.
- heeft de cloud natuurlijk ook veel goede kanten.
- gaat LinkedIn zijn AI trainen met jouw gegevens, tenzij je dat uitzet.
- brengen AI-browsers privacy- en security-issues met zich mee.
- moeten organisaties nadenken over het beheersen van AI-agents.
- kun je natuurlijk ook de Formule 1 hacken.
- moet je nooit blind op AI vertrouwen.
- maakt Europol zich sterk tegen caller-ID spoofing.
- praat dit (lange) artikel je bij op het gebied van post-quantum cryptografie.
- kun je de Universe Browser maar beter mijden.
- gaat chat control niet door.