Afbeelding via Unsplash |
Het
was er bochtig, heuvelachtig en bovenal pikkedonker. Ik had dan ook alle lampen
aan de voorkant aan: dimlicht, groot licht én mistlicht (eigenlijk
breedstralers). Uit het niets dook zij op. Een donker geklede vrouw die midden
over de andere weghelft wandelde, de blik naar beneden gericht.
We
waren al min of meer gewend aan vossen die in de nachtelijke Provence de weg
overstaken, maar dit was van een andere orde. Je schrikt je wezenloos. Terwijl
je hand reflexmatig naar de claxon gaat, schiet er van alles door je hoofd: wat
doet die gek daar, wat een geluk dat ze op de andere weghelft liep, en die ene
vraag die me nog dagen zou achtervolgen: hoe zou dit zijn afgelopen als ze wél
op mijn weghelft was geweest?
Veel
tijd om na te denken was er niet. Want van de andere kant kwam een auto
aanrijden. Die moest gewaarschuwd worden! Daar heb je twee middelen voor:
toeteren en seinen met je licht. Ik deed beide, en daarbij kwam weer een oude
ergernis over de bediening van het groot licht in beeld: de hendel heeft geen
duidelijke klik tussen seinen en groot licht vastzetten. Waardoor je dus vaak,
als je wilt seinen, in plaats daarvan het groot licht vastzet. En daardoor gaat
de boodschap verloren – alarmerend geknipper wordt dan irritante verblinding.
Andere auto’s doen dat beter: daar trek je de hendel naar je toe om te seinen
en duw je hem van je af om groot licht vast te zetten. Overigens had die andere
automobilist toch wel begrepen dat er iets aan de hand was, want hij minderde
vaart.
Er
gebeuren altijd wel onverwachte dingen waar je met gepaste spoed op moet
reageren. De ene keer vertrouw je op je reflexen (remmen voor een overstekend
kind), de andere keer maak je een aantekening dat je er een keer naar moet
kijken (een rammeltje in de auto). De gewenste reactietijd hangt af van twee
aspecten. Het ene is de factor tijd: hoeveel tijd heb je om het onheil af te
wenden, of om reeds opgelopen schade te herstellen? Het andere is de factor
impact: hoe snel moet je reageren om de ongewenste gevolgen van een gebeurtenis
te minimaliseren?
In de
afgelopen dagen zagen we een gebeurtenis uit de categorie ‘spoed’: een storing
in het Defensienetwerk NAFIN, waar niet alleen Defensie zelf, maar ook de rest
van Nederland last van had. Eindhoven Airport (tevens een militaire vliegbasis)
lag volledig stil, de communicatienetwerken van de zwaailichtsector vielen uit,
gemeenten konden geen rijbewijzen uitgeven en burgers konden niet inloggen bij
overheidsdiensten omdat DigiD niet beschikbaar was. Kortom: de impact (zelfs
maatschappelijk) was groot en spoedig herstel was zeer gewenst. We willen
natuurlijk met z’n allen weten wat deze storing veroorzaakte. De minister van
Defensie meldde hierover: “De oorzaak van het probleem lag in de
toegangsverlening tot het zogeheten Netherlands Armed Forces Integrated Network
(NAFIN). Door een fout in de softwarecode is een probleem ontstaan in de
tijdsynchronisatie op het netwerk. Hierdoor was het niet mogelijk om verbinding
te maken met dit netwerk. Er is vooralsnog geen indicatie dat de storing is
veroorzaakt door een kwaadwillende partij”.
Dat
laatste werd al vrij snel geroepen, zó snel dat ik me in eerste instantie afvroeg
of het niet eerder een bezweringsformule was dan de werkelijkheid. Maar nu ligt
er een plausibel verhaal: componenten van het netwerk, die contact met elkaar
wilden maken, kregen geen toegang omdat hun klokken niet gelijk liepen, zo
interpreteer ik de ministeriële uitleg. Vergelijk het maar met een link die je
krijgt als je ergens op “wachtwoord vergeten” hebt geklikt. Zo’n link heeft
vaak een beperkte geldigheidsduur. Als er dan ergens een klok niet goed staat,
dan zal zo’n link niet werken, hoe snel je er ook bij bent.
De
minister van Justitie en Veiligheid mengde zich met een opvallende uitspraak in
de discussie: “Wen er maar aan”, was zijn veel geciteerde mening. Onder dit
ministerie vallen ook de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid)
en het NCSC (National Cyber Security Centrum), dus het is niet zomaar iemand
die dit zegt. Moeten we ons zorgen maken over deze uitspraak? Sommigen vinden
van wel, omdat het zou betekenen dat men op hoog niveau de ernst van de
situatie niet inziet. Zelf denk ik: joh, we zijn er allang aan gewend, want er
gaat wel vaker iets fout en dan wordt het gewoon hersteld. Echter: de meeste
incidenten hebben niet zo’n grote impact. Ik kan wel een paar scenario’s in
bijvoorbeeld onze eigen organisaties bedenken, waar we wat meer moeite mee
zouden hebben. En die dus ook zouden kunnen leiden tot maatschappelijke impact.
En daar willen we liever niet aan wennen.
De
NAFIN-storing was eigenlijk al verholpen, maar vanochtend (vrijdag) bleek dat
de Koninklijke Marechaussee nog steeds met problemen kampt. Mocht je een dezer
dagen gaan vliegen, vergeet dan vooral je paspoort niet. Want een noodpaspoort
zit er even niet in.
En in de grote boze buitenwereld …
- hebben veel lezers van dit artikel een mening over de NAFIN-problemen.
- was premier Schoof niet zo onder de indruk van de grote storing.
- heeft de luchthaven van Seattle waarschijnlijk wél last van een cyberaanval.
- geeft deze journalist een ooggetuigenverslag van de situatie in Seattle.
- crashen iPhones en iPads als je vier specifieke tekens achter elkaar typt.
- heeft Frankrijk de baas van Telegram gearresteerd.
- is de baas van Signal geïnterviewd in het kader van de tiende verjaardag van de chat-app.
- is het altijd jammer als een goedbedoelde actie sterk op phishing lijkt.
- kun je deze beveiligingscamera maar beter weggooien.
- verkocht een bankmedewerker gegevens van klanten aan criminelen.
- ziet Ierland steeds meer WhatsApp-hacks (en dat kan hier ook gebeuren).