vrijdag 6 oktober 2023

Virtueel geweld

 

Afbeelding via Pixabay

Een conferentie is geslaagd als je in tenminste één bijdrage iets hebt gehoord waar je nog niet eerder bij hebt stilgestaan. Naarmate je langer in het vak zit wordt dat steeds moeilijker, maar de ONE Conference is er toch weer in geslaagd om mij zo’n moment te bezorgen. Niet over een onderwerp waar direct mijn interesse ligt, maar bij het kiezen van mijn parallelsessies probeer ik een gezonde mix te maken van bijdragen die nú voor mij interessant zijn, die me leuk/onderhoudend lijken, en waarvan ik denk: hé, waar zou dat over gaan? Een waarschuwing vooraf: dit wordt geen lichtvoetige blog. De bijdrage, waar ik op doel, ging namelijk over geweld in de virtuele wereld, en dat dit geweld zelfs tot de werkelijke wereld kan doordringen.

Je hebt slechts een tv nodig om de realiteit te ontvluchten, al word je daar meestal niet echt in een fantasiewereld ondergedompeld. In de bioscoop wordt het al realistischer, zeker als je naar een 3D-film (of eentje met nog meer dimensies) zit te kijken. De virtuele wereld waar deze presentatie over ging, gaat echter een aantal stappen verder: je draagt een virtual reality headset en je draagt misschien wel een pak vol sensoren en actuatoren, waardoor de computer jou voelt en jou ook dingen kan laten voelen.

Over dat soort virtuele werkelijkheid (een contradictio in terminis?) ging het. En dan dus over geweld in zo’n omgeving. Het doden van mensen in films en games is min of meer maatschappelijk geaccepteerd: reeds in de westerns van mijn jeugd werden de nodige cowboys en indianen van hun paard geschoten. Computergames, waarin je flink om je heen moet schieten om je doel te bereiken, zijn ook al lang populair; al in de jaren negentig hadden we Wolfenstein 3D, waarin ik heel wat nazi’s heb neergeknald en het bloed van de muren droop. Die games zijn alleen maar ‘beter’ geworden en er is al vaak een link gelegd tussen gewelddadige computerspellen en spelers die vervolgens in het echt ook heel verkeerde dingen gingen doen. Ik ga die discussie hier niet overdoen.

De focus in de presentatie van Anne-Sophie Fritschij en Vien Germawi lag op verkrachting. In een kunstmatige, maar dermate immersieve wereld zoals hierboven geschetst, kan verkrachting een effect op het slachtoffer hebben dat vergelijkbaar is met fysieke verkrachting, zo legden ze uit. In die uitgebreide virtuele wereld speelt haptische feedback namelijk een belangrijke rol – het is niet alleen horen en kijken, maar ook voelen; je wordt bijna letterlijk ondergedompeld in die andere werkelijkheid. Naar verluidt neemt het aantal  gevallen van seksueel misbruik in het metaverse, zoals deze schaduwwereld wel wordt aangeduid, schrikbarend toe. Er is zelfs een game die om verkrachting draait (en ik vind het niet nodig om de naam daarvan te noemen).

Uit de vergelijking die de dames maakten tussen virtuele moord en verkrachting kwam een duidelijk verschil naar voren, zowel in ervaring als in gevolgen. We doen niet moeilijk over moord in een spelletje, maar verkrachting vinden we moreel verwerpelijk. Een belangrijk verschil kwam overigens niet aan de orde: bij moord in een spelletje wordt er niet echt iemand vermoord, terwijl met de huidige technologie een verkrachting op afstand – of in ieder geval de sensatie daarvan – kennelijk wel tot de mogelijkheden behoort. En dat kan dan weer levenslang psychologische gevolgen voor het slachtoffer hebben, aldus de sprekers.

In een eerdere Security (b)log schreef ik al over het metaverse, met een citaat van Winn Schwartau: “We are digitally terraforming the future cognitive infrastructure. We have ONE chance to get it right.” Schwartau schetste een paar maanden geleden een niet bepaald rooskleurig beeld van het metaverse. De presentatie van Fritschij en Germawi vult dat beeld aan met nog meer donkere tinten.

Aldous Huxley schreef in 1932 Brave new world. Ik las het boek een halve eeuw later, en vorig jaar zag ik enkele afleveringen van een tv-serie op basis van deze beroemde roman. Huxley beschrijft daarin een bioscoop waarin je naar een feely kunt gaan: een film met niet alleen 3D beeld en geluid, maar ook gevoel (door twee handvatten op je stoelleuningen beet te pakken). Als in zo’n feely een seksscène voorkomt, gaat de ervaring van de kijker heel ver. Huxleys fantasie van bijna een eeuw geleden lijkt werkelijkheid te worden. Of moet ik zeggen: dreigt werkelijkheid te worden? Laten we ons de oproep van Schwartau ter harte nemen.

De komende twee weken verschijnt er (mogelijk) geen Security (b)log.

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten