vrijdag 2 juni 2023

Metaverse

 

Afbeelding via Pixabay

Ooit duidden we het internet aan met de term “de digitale snelweg”. Het was de tijd van 14k4-modems en – als je geluk had – ISDN-lijnen, en vergeleken met vandaag had je eerder moeten spreken van een digitale ventweg. Je stond regelmatig in de file of met panne langs de weg. Maar nu is er het metaverse: een virtuele 3D-wereld, een parallel universum, al dan niet geïntegreerd in de echte wereld, waarin je je volledig kunt onderdompelen en de interactie met andere mensen en bedrijven kunt aangaan.

Voor liefhebbers van de science fictionserie Star Trek is dit niets nieuws: al eind jaren negentig gebruikten captain Jean-Luc Picard, number one Will Riker en de rest van de bemanning het zogenaamde holodeck voor recreatieve en trainingsdoeleinden. Je kon in een veilige omgeving oefenen voor een situatie die je daarna in de echte wereld het hoofd zou moeten bieden. Het metaverse werkt echter niet met hologrammen en krachtvelden, maar met  3D-brillen en augmented reality (Wikipedia: beeld van de werkelijkheid waaraan elementen worden toegevoegd door een computer).

Enkele weken geleden was Winn Schwartau in Nederland. Hij is een Amerikaanse beveiligingsanalist en een vooraanstaande denker op mijn vakgebied. Hij kwam naar Utrecht om zijn kijk op het metaverse te delen, en dat was bepaald geen rooskleurig beeld. Kijk maar eens naar het volgende citaat: “We are digitally terraforming the future cognitive infrastructure. We have ONE chance to get it right.” Terraforming is wat je op een buitenaardse planeet doet om die planeet bewoonbaar te maken – letterlijk het vormen van de aarde. Schwartau laat dit mechanisme los op onze toekomstige kennisinfrastructuur en is van mening dat je heel erg goed moet oppassen wat je doet.

Vanwaar deze zorgen? Schwartau noemt het metaverse de krachtigste realiteitsvervormingsmachine ooit. Je kiest je eigen realiteit, waarin je vervolgens geïndoctrineerd, geradicaliseerd en met advertenties bestookt kunt worden. Hij waarschuwt nadrukkelijk voor het gevaar van verslaving. Ik ben zelf nooit aan wat dan ook verslaafd geweest, maar ik kan best begrijpen dat alcohol, drugs en het metaverse allemaal middelen zijn om de realiteit, waarin het misschien niet zo goed met je gaat, te ontvluchten. Schwartau onderbouwt zijn beeld met informatie uit de neurowetenschap: ons onderbewustzijn verwerkt data vele malen sneller dan ons bewustzijn – tweehonderd miljoen keer zo snel. Zo’n 84% van die verwerkingscapaciteit gaat op aan zien, horen is goed voor 10% en dan blijft er nog een beetje over voor ruiken, proeven en voelen. Als je iemand een 3D-bril opzet en zijn onderbewustzijn bestookt met allerlei prikkels, terwijl hij voor z’n gevoel met iets leuks bezig is, dan kun je zo iemand sterk beïnvloeden. En verslaafd maken.

En toen stond opeens de term metawar op het scherm. Wacht even: het metaverse staat nog in de kinderschoenen, maar er woedt al een oorlog? Amerikanen gebruiken het woord “war” niet alleen in de betekenis van oorlog; vaak betekent het zoiets als strijd, zoals bijvoorbeeld in the war on drugs. Schwartau onderscheidt in deze strijd drie klassen: persoonlijk, bedrijfsmatig/commercieel en nationalistisch. Het toneel voor de persoonlijke strijd bestaat uit de gaming- en advertentiewereld, waarin bedrog op de loer ligt. In de commerciële wereld moeten we vrezen voor deep surveillance capitalism, indoctrinatie van personeel en het einde van privacy. En op nationalistisch gebied worden we bedreigd door religieus extremisme, politiek radicalisme en hersenspoeling.

Desinformatie speelt in alle drie de strijdklassen een rol. Om ons daartegen te verweren bepleit Schwartau drie ontwikkelingen: ChatGPT-detectie (wat is echt en wat is door kunstmatige intelligentie gemaakt?), deepfake-detectie (is die foto, die film of dat geluidsfragment wel echt?) en het aanleren van kritisch nadenken. Vooral bij dat laatste sluit ik mij van harte aan:  gebruik je gezond verstand, en bedenk dat als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dat meestal ook zo is.

Om te eindigen met een enigszins positieve noot: ik denk niet dat het metaverse slechter is dan het ‘gewone’ internet. Ook daar wordt immers volop misbruik van gemaakt. Maar met het verhaal van Schwartau in het achterhoofd denk ik wel dat de slechteriken in het metaverse veel meer mogelijkheden hebben om kwaad te doen, omdat ze een veel directere toegang tot je brein – en vooral je onderbewustzijn – hebben. Ik zou zeggen: geniet ervan, maar kijk uit met oversteken.

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten