vrijdag 12 november 2021

King Nassos

 


We blijven nog even op Kreta, want daar was veel te beleven. Dat begon al meteen na aankomst op het vliegveld van Heraklion. Meestal heeft een reisbureau een bus geregeld voor de transfer naar het hotel, maar omdat er tijdens de boeking wat dingen misgingen, had het reisbureau als goedmakertje een privétransfer voor ons geregeld. Het was even zoeken, maar uiteindelijk vonden we buiten de aankomsthal een man die een minitablet vasthield waar mijn naam in koeienletters op stond.

Al gauw werd duidelijk dat deze chauffeur een prater was. Het belangrijkste gespreksonderwerp was de werkdruk van de transferchauffeurs. Gedurende het toeristenseizoen maken die mensen enorm lange dagen, met tussen twee diensten slechts een paar uurtjes tijd om te slapen. Een collega van onze chauffeur was een keer tijdens een dienst  zó moe, dat hij zijn klant verzocht om zelf achter het stuur te gaan zitten. Ondertussen zien de bazen van de chauffeurs alleen klanten die vervoerd moeten worden en auto’s die beschikbaar zijn – niet de mens achter het stuur en zijn fysieke behoeftes.

Aan het einde van de vakantie werden we door dezelfde chauffeur opgehaald. Wederom was de werkdruk een belangrijk gespreksonderwerp, maar al dat rijden – zo’n tweehonderdduizend kilometer per seizoen! – leverde wel enorm veel ervaring op. Onze chauffeur raakte maar niet uitgepraat over zijn rijkwaliteiten. Hij zou de weg zelfs geblinddoekt vinden, kende elke bocht, wist waar je veilig kon inhalen en waar de flitskasten stonden. Ook pochte hij over zijn grote aandacht voor veiligheid. Hij was de koning van de weg – “You can call me King Nassos”.

Ondertussen hadden wij toch een iets andere beleving bij zijn rijgedrag. Nassos had zijn handen alleen aan het stuur als dat nodig was om de rijrichting van zijn Skoda te beïnvloeden. De rest van de tijd gebruikte hij ze om zijn woorden kracht bij te zetten, en soms, als hij naar mij luisterde, lagen ze gewoon in zijn schoot. Ondertussen lag de snelheid ruim boven de waardes die de borden aangaven en de afstand tot voorliggers ruim onder wat mij veilig leek – en we zijn wat dat betreft best iets gewend in Nederland. Het zien van een geit op de rijbaan droeg ook al niet bij aan het gevoel van veiligheid, vooral niet nadat Nassos vertelde dat er ook zwarte exemplaren zijn, die in het donker nog wel eens worden aangereden. Dat komt hard aan als je 80 km/h of nog harder rijdt. En oh ja, op onze heenweg was het pikkedonker en op de terugweg schemerde het. Maar gelukkig reed hij altijd ‘Europese stijl’ als hij gasten vervoerde. Alleen als hij alleen was, reed hij ‘Griekse stijl’.

Zelfoverschatting en chronische vermoeidheid vormen een gevaarlijke cocktail. Niet alleen in het wegverkeer, maar ook achter de computer. Toegegeven, er zijn slechts weinig mensen dodelijk verongelukt door op een onbewaakt moment op een verkeerde link te klikken. Toch kan een vals gevoel van veiligheid grote gevolgen hebben. Zo dacht iemand bij Transavia twee jaar geleden dat een wachtwoord à la ‘123456’ goed genoeg was. Gevolg: persoonsgegevens van tienduizenden klanten gelekt, en daarom nu een boete van vier ton van de Autoriteit Persoonsgegevens. En het zou me niet verbazen als de ransomware-aanval, die de MediaMarkt momenteel in z’n greep houdt, eveneens te herleiden is tot de een of andere onachtzaamheid bij een beheerder of gebruiker. De criminelen hebben een prijskaartje van vijftig miljoen aan deze gijzeling gehangen. Ik denk dat iemand bij MM ijverig aan het uitrekenen is hoeveel omzet ze door deze aanval missen en of het niet goedkoper is om het losgeld te betalen (vaak valt over de hoogte daarvan nog te onderhandelen). Daar waar het in de auto verstandig is om beide handen aan het stuur te houden, is het achter de computer soms wijs om toetsenbord en muis even los te laten en een paar tellen extra na te denken. En daarbij een nederige houding aan te nemen: veel internetcriminelen zijn slimmer, uitgekookter en gehaaider dan jij en ik.

Nassos wist ons zonder ook maar één echt gevaarlijke situatie op het vliegveld te krijgen; hij hoefde nooit hard te remmen of uit te wijken. Bij zijn koningschap hoorde ook het één zijn met zijn voertuig en precies te weten wat de auto aankon. Hij wist dus ook dat hij vrij kansloos zou zijn als hij, met in totaal vijf personen in de auto, een moeilijke manoeuvre zou moeten uitvoeren, en daar hield hij, op zijn eigen wijze, rekening mee. Ik naam afscheid van hem met de welgemeende woorden: “Thank you, King Nassos. Keep it safe.”

 

En in de grote boze buitenwereld …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten