Sensing. Laat dit woord eens even smelten op je tong. Misschien heb je, zo zonder context, de neiging om er een Aziatische draai aan te geven: sen-sing. Maar nee, het is ‘gewoon’ Engels. Het woordenboek (Van Dale) vertaalt het werkwoord in ‘(zintuiglijk) waarnemen’, maar in de techniek kan het ook ‘opsporen, registreren, ontdekken, meten, aftasten’ betekenen. Met een combinatie van de algemene en de technische vertaling kom je aardig in de buurt van het onderwerp van deze blog.
Ik zag de term in het rapport Trends
in Veiligheid 2020 van Capgemini. Om de context goed te begrijpen, moet je
weten dat er een verschil is tussen ‘veiligheid’ en ‘beveiliging’ – althans in
mijn wereld. Veiligheid gaat over de klassieke beleving: hoe veilig zijn mens
en maatschappij? Denk daarbij aan terrorismebestrijding en het algemene gevoel
van veiligheid. Dat is een abstracter niveau dan het niveau waarop beveiliging
zich afspeelt, want daarbij gaat het bijvoorbeeld concreet om de beveiliging
van een evenement of een gebouw (fysieke beveiliging) of om de beveiliging van
ICT-systemen (dat noemen we doorgaans logische beveiliging, wat misschien niet
de meest logische benaming is; digitale beveiliging had ook gekund (en hoor ik
daar iemand ‘cyber’ roepen?)).
Het genoemde rapport kiest positie op het snijvlak van veiligheid en
beveiliging en heeft een artikel gewijd aan sensing. De auteurs definiƫren de
term als volgt: “Onder sensing verstaan we slim digitaal waarnemen met behulp
van sensoren, waarbij een waarneming wordt vertaald naar een melding of
aanbeveling.” Als ik die definitie lees, dan moet ik aan het dashboard van mijn
auto denken. Die bevat allerlei sensoren, die hem continu in de gaten houden en
lampjes doen oplichten of piepjes doen klinken als een meting buiten de
geldende bandbreedte valt (bijvoorbeeld bandenspanning te laag) of als ze
denken dat ik op het punt sta iets stoms te doen (bijvoorbeeld van rijbaan
wisselen terwijl er een andere auto in mijn dode hoek zit). Het rapport weet
natuurlijk ook dat we dat soort dingen al langer doen, maar het haalt het internet
der dingen erbij: de sensoren zijn IoT-devices geworden, die via het internet
met elkaar verbonden zijn en er desnoods voor zorgen dat een automatische reactie
volgt. Ze spreken dan van Informatie Gestuurd Optreden en voeren voorbeelden op
uit het domein van de veiligheid: toezicht op afstand door NVWA, het monitoren
van vitale infrastructuur, maar ook de beveiliging van de muur tussen de VS en
Mexico (‘Smart Border’). Maar je kunt er ook zakkenrollers in een outlet center
mee vangen, weten ze in Roermond.
Zouden we sensing ook kunnen inzetten voor informatiebeveiliging?
Doorgaans beschouwen we de fysieke beveiliging van ICT-systemen als
onlosmakelijk onderdeel van de integrale beveiliging ervan, en dan weet ik wel
raad met sensing. Denk bijvoorbeeld aan camera’s die het hek rond een
datacenter in de gaten houden en die zelf een seintje geven als iets groters
dan een vogel of een kat in de buurt komt, zodat beveiligers niet de hele tijd
naar beeldschermen hoeven te turen.
Bij digitale beveiliging maken we ook gebruik van sensoren, al zijn die
niet zozeer fysiek en tastbaar van aard, zoals de ABS- en botssensoren in je
auto dat zijn. Wij maken doorgaans gebruik van sensoren in de vorm van
programmacode, die data in de gaten houdt, en noemen dat monitoring. Hoeveel
data komt er binnen op onze webserver? Is dat meer dan de ingestelde
drempelwaarde? Dan is er mogelijk sprake van een DDoS-aanval. Het systeem kan
dat signaleren en aanbevelingen doen, keurig volgens de definitie van de term
sensing. Maar je kunt nog een stapje verder gaan door geautomatiseerd
maatregelen te treffen. Je moet dan vooraf goed bedenken wat wel en niet
automatisch mag worden afgehandeld – het middel moet niet erger zijn dan de
kwaal.
Een andere verschijningsvorm van monitoring is het Nationaal Detectie
Netwerk (NDN). In dit samenwerkings-verband wordt dreigingsinformatie gedeeld
onder de deelnemers, waardoor een organisatie gebruik kan maken van sensoren in
andere organisaties. Maar ook de inlichtingendiensten en het NCSC (Nationaal
Cyber Security Centrum) leveren en verrijken informatie. De doelgroep van het
NDN bestaat uit de rijksoverheid en vitale organisaties.
Ondertussen zit ik met een schuin oog naar de Amerikaanse
presidentsverkiezingen te kijken. Op dit moment (vrijdagmiddag 1 uur) is het
nog steeds spannend, maar trekt vooral het gedoe eromheen de aandacht. De
zittende president, die het onderspit dreigt te delven, slaat om zich heen met
rechtszaken en leugens. Misschien zouden deze verkiezingen ook baat hebben bij
sensing, om het proces transparant te maken voor de kiezers. En wat meer – of
eigenlijk: veel meer – sense zou ook
welkom zijn.
En in de grote boze buitenwereld …
- moeten ambtenaren eens wat minder whatsappen.
- is het pijnlijk als een site, die je ‘hacker-IQ’ wil testen, lek is.
- hebben we te kampen met ruim vierhonderd nieuwe dreigingen per minuut.
- zul je je favoriete aperitief misschien een tijdje moeten missen.
- is een jonge Hagenaar opgesloten op verdenking van het aanbieden van phishing panels.
- overspoelde verkiezingsnieuws deze week mijn tijdlijn, waardoor het beveiligingsnieuws bijna volledig ondersneeuwde. Dat maakt de grote boze buitenwereld deze week erg klein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten