vrijdag 25 september 2020

Japanse controle

Mitsubishi Electric is een Japanse multinational die onder andere airco’s, halfgeleiders en systemen voor transport, bouw, ruimtevaart en de automobielindustrie maakt. In hun Information Security Report 2019 staat een opmerkelijke zin: “Mitsubishi Electric’s business sites mutually check each other’s status of information security management.” Daar gaat dus het ene kantoor bij het andere kantoor controleren hoe het gesteld is met informatiebeveiliging.

Helaas staat er niet bij hoe dat in z’n werk gaat, alleen dat ieder bedrijf binnen de groep ook een self assessment doet aan de hand van een checklist. Veel dingen gaan anders in Japan, dat is algemeen bekend. Maar ik heb onvoldoende informatie om daar een inhoudelijk oordeel over te kunnen vellen. Wat ik hieronder opschrijf is dan ook gedreven door nieuwsgierigheid, verbazing en fantasie, en poogt een projectie te zijn van dat ene zinnetje op onze eigen cultuur.

Stel, je werkt bij de Building Systems Group, waar ze liften en roltrappen maken. Op beveiligingsgebied heb je dan niet alleen te maken met de beveiliging van je gegevens, maar ook met de beveiliging van de procesautomatisering. Je wilt niet dat zo’n slimme liftinstallatie, die grote groepen mensen efficiënt – zonder teveel tussenstops – naar hun bestemming brengt, gehackt wordt en vervolgens de hele rit van de top van een wolkenkrabber naar de kelder in vrije val aflegt (gun me dat ik mijn gedachten even de vrije loopt laat – er zijn ongetwijfeld/hopelijk mechanische beveiligingen die dit horrorscenario verhinderen).

En nu is jouw bedrijfsonderdeel aan de beurt voor een controle. Die wordt deze keer uitgevoerd door de Living Environment & Digital Media Equipment Group, waar ze onder andere airco’s, huishoudelijke apparatuur en Internet of Things-dingetjes maken. Dat voelt als een heel andere tak van sport, veel minder industrieel en zo. Hoe zouden die beide bedrijfsonderdelen tegenover elkaar staan? Zien ze meerwaarde in deze min of meer onafhankelijke controle? Of vinden ze het een ongemakkelijke, van bovenaf opgelegde inmenging in hun zaken? Koelkasten en roltrappen staan weliswaar redelijk ver van elkaar af, maar op het gebied van informatiebeveiliging zullen ze niet zoveel van elkaar verschillen: er zijn gegevens over personeel, klanten, producten en bedrijfsprocessen, en die zullen allemaal een bepaalde mate van beveiliging vereisen – waarbij “bepaalde mate” heel letterlijk te lezen is. Tegen die vooraf bepaalde gewenste mate van beveiliging kun je redelijk goed toetsen.

Ik kom veel over de vloer bij operationele teams van ons datacenter. Bijvoorbeeld om hen te helpen bij de uitvoering van BIO compliancy checks, waarbij onderzocht wordt of hun systeem voldoet aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid. Zij doen dat vanuit hun inhoudelijke expertise, ik sta hen bij met specifieke kennis van informatiebeveiliging en regelgeving enerzijds, en het vermogen om me enigszins in hun omgeving in te leven anderzijds. Op die manier kan ik een brug slaan tussen de vaak abstract geformuleerde maatregelen en de concrete mogelijkheden die te techniek biedt. Dat is heel iets anders dan dat ik daar met een vinkenlijstje naar binnen stap en het team de maat neem. Waar ik het in de vorige alinea over ‘bepaalde mate’ had, gaat het helaas zelden over harde meetwaarden, maar juist vaak over het professional judgement van zowel de techneut als de informatiebeveiliger, waarbij die laatste de ander uitdaagt om scherp na te denken.

Hoe zou dat er in Japan aan toegaan? Gebruiken ze daar wel afvinklijsten voor de onderlinge controles?  En hoe komen ze dan aan de antwoorden? Vuurt iemand van LE&DME vragen af en geeft zijn collega van BS daar braaf antwoord op, en halen ze aan het einde van de exercitie opgelucht adem omdat ze klaar zijn met het verplichte nummer? Als het er zo aan toegaat, dan twijfel ik aan de meerwaarde. Als er daarentegen dialoog ontstaat, waarbij de controleur intelligente vragen aan de gecontroleerde stelt, die daar open en eerlijk op antwoordt, dan kan deze werkwijze wel degelijk helpen om de ook door Mitsubishi gehanteerde PDCA-cyclus (de plan/do/check/act-cyclus van Deming) draaiend te houden. Om slimme vragen te kunnen stellen, lijkt het mij wel noodzakelijk dat de vragensteller enige kennis heeft van de specifieke omstandigheden én producten van het lijdend voorwerp.

Oppervlakkig bezien lijkt het misschien tegenstrijdig: openheid en informatiebeveiliging. Maar als je tegenover vertrouwde personen open bent, dan kan dat juist helpen om inzicht in de beveiliging te krijgen en deze vervolgens aan de hand van de verkregen inzichten te verbeteren. Laten we optimistisch hopen dat het bij Mitsubishi zo werkt, en erover nadenken wat wij van zo’n model kunnen leren.


En in de grote boze buitenwereld …

·

Geen opmerkingen:

Een reactie posten