Over een paar weken mag ik een lezing geven voor een zaal vol Groningse
accountancy-studenten. Het verzoek daartoe bereikte mij via het team dat bij
ons onder andere contacten onderhoudt met de onderwijswereld. Of ze iemand
wisten die een lezing over cybercrime zou kunnen geven.
Kijk, dat vind ik nou leuk om te doen: iets vertellen over het vak waar
ik een kwart eeuw geleden aan begonnen ben. Volgens de organisatie moet ik
ervan uitgaan dat de congresbezoekers weinig van het onderwerp afweten. Ik kan
dus helemaal losgaan. Maar waar te beginnen? Wel, bij het woordenboek. Want wat
is cybercrime nou eigenlijk? Toen ik met informatiebeveiliging begon bestond
het nog niet, sterker: ‘cyber’ moest nog worden uitgevonden als voorvoegsel
voor alles wat ons tegenwoordig aan onze online wereld doet denken. Het woord
cybercrime staat dan ook pas sinds 2014 in de Dikke Van Dale (‘computercriminaliteit,
internetcriminaliteit’).
Maar met zo’n woordenboekdefinitie kom je natuurlijk niet ver. Ik
hanteer dan ook liever de definitie die de politie hanteert, die gaan immers
over misdaadbestrijding. Zij zeggen: cybercrime
is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Daarin zien ze ICT heel
breed – binnen deze definitie vallen ook de chip op je bankpas, de
boordcomputer van je auto en natuurlijk je smartphone. Na de definitie gooi ik
er nog wat wetgeving tegenaan, maar daarna wil ik zo snel mogelijk naar de
praktijk, want ik wil die studenten natuurlijk iets meegeven waar ze meteen al
iets mee kunnen: zichzelf – en later hun bedrijf en hun klanten – beschermen.
We gaan het dus hebben over phishing, ransomware, identiteitsfraude en DDoS-aanvallen.
Kortom, over populaire vormen van cybercrime. De eerste drie vallen wat mij
betreft in de categorie “daar hebben ze meteen al iets aan”, de vierde is meer
iets voor later, als ze ergens werken. Ik ga ze ook alvast iets vertellen wat
ze dan kunnen tegenkomen, bijvoorbeeld een USB-stick die ze van een klant
krijgen en die besmet blijkt te zijn. Of een klant die zijn gegevens kwijt is
door toedoen van malware, of doordat ze in de cloud stonden en daar in lucht
zijn opgegaan.
En dan is er natuurlijk nog een hoofdstuk over hoe je je beschermt tegen
cybercrime. Regel nummer 1: scan je apparatuur! En dan bedoel ik niet alleen je
pc, maar ook je tablet en je smartphone – voor zover dat kan tenminste, want in
de wereld van mobiele Apple-apparatuur mogen virusscanners niet bestaan. Een
andere tip is dat je je gegevens afschermt tegen shoulder surfing – het meekijken op je beeldscherm (bijvoorbeeld in
de trein) of bij het intoetsen van je pincode. Dan is er nog een open deur die
ik graag intrap: trap er niet in! Zo’n mailtje dat afkomstig lijkt te zijn van
Albert Heijn waarin staat dat jij één van de vijf gelukkigen bent die een
cadeaukaart van € 250 hebben gewonnen? Echt niet! Als iets te mooi lijkt om
waar te zijn, dan is het dat meestal ook (in mijn presentatie heb ik daar een
tegeltjeswijsheid van gemaakt).
Een vaak gehoorde opmerking is dat jongelui privacy niet belangrijk
vinden. In het hol van de leeuw ga ik proberen erachter te komen of dat echt zo
is, om ze er vervolgens op te wijzen dat ze wel degelijk iets te verbergen
hebben – en waarom. Edward Snowden heeft hier een mooie uitspraak over gedaan:
als je niets geeft om het recht op privacy omdat je niets te verbergen zou
hebben, dan is dat alsof je niets geeft om het recht op vrije meningsuiting
omdat je geen mening hebt.
Cybercrime kan iedereen treffen. Het is de meest democratische vorm van
misdaad, want cybercrime maakt geen onderscheid tussen arm en rijk, geeft er
niet om waar je woont of hoe je eruit ziet. Daarom is het belangrijk dat iederéén
weerbaar is.
Onlangs gaf ik een presentatie in een heel andere setting: de
Presidentenzaal bij De Nederlandsche Bank. Daar waren een aantal CIO’s,
waaronder de onze, een middag verzameld voor een aantal presentaties, waaronder
dus de mijne, die onder andere ging over ons Security Operations Center en
allerlei samenwerkingsverbanden, onder andere met het NCSC. Het publiek zat
dus, in vergelijking tot die studenten, tamelijk aan de andere kant van het
spectrum. Maar juist omdat het zo leuk was om daar in Amsterdam te spreken,
kijk ik alvast uit naar Groningen.
Vanwege vakantie verschijnt
er de komende twee weken geen Security (b)log.
En in de grote boze buitenwereld …
... is de homograph attack een
heel gemene phishing-truc.
... wordt ook LinkedIn gebruikt voor phishing-doeleinden.
... betaalt ruim een derde van de particuliere ransomwareslachtoffers
het losgeld.
... blijven hotels populaire doelen voor creditcardfraudeurs.
... hebben ze wéér iets bedacht om je je pincode te ontfutselen. Deze
keer via de sensoren van je smartphone.
... is één pixel genoeg om je in de gaten te houden.
... komt er een nieuwe creditcard met een ingebouwde vingerafdrukscanner.
... ontwikkelen onderzoekers een loper voor de vingerafdrukscanner van
je smartphone (en creditcard...?).
... heeft de hacker(sgroep) Shadow Brokers een hele verzameling door de
NSA gebruikte exploits laten uitlekken.
... oogst eindelijk een IoT-device (een lamp van Ikea) lof voor de
beveiliging ervan (en niet alleen in dit artikel).
... is het gastennetwerk van diverse types Linksys-routers kwetsbaar.
... is een password manager ook maar software (en bevat dus fouten).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten