Op 15 maart mogen we naar de stembus. Hoeveel aandacht zouden de
politieke partijen schenken aan informatiebeveiliging en privacy? Ik heb de
meeste verkiezingsprogramma’s tegen het licht gehouden en ik moet zeggen: de
onderwerpen krijgen – zij het lang niet overal – aardig wat aandacht. Overigens
nooit onder de noemer ‘informatiebeveiliging’; meestal gebruiken ze iets met
‘cyber’ erin. Ik beschrijf wat ik gevonden heb in een volgorde zonder
persoonlijke voorkeur.
Het is een langere blog dan gebruikelijk. Daar zijn twee oorzaken voor:
er doen maar liefst 28 partijen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen en ik wil
niemand tekort doen. Voor de gehaaste lezer wil ik wel alvast verklappen welke
thema’s in meerdere programma’s terugkomen. Veel partijen zetten in op
onderwijs, enerzijds om mensen weerbaar te maken, anderzijds om meer
specialisten te kweken. Een vaak gehoorde wens is het versterken van de
Autoriteit Persoonsgegevens, onze privacy-waakhond. Privacy krijgt trouwens
vaker en meer aandacht dan cybersecurity, dat soms nadrukkelijk in een
militaire context wordt gezien. Privacy
by design kwam ook een paar keer langs: niet achteraf tegen privacy
aanlopen, maar het bewust in producten en diensten inbouwen. Nogal wat partijen
vinden dat de overheid de privacy van burgers moet beschermen en die slechts
onder strikte voorwaarden mag schenden, hoewel andere partijen juist vinden dat
minder privacy in ruil voor meer veiligheid ook moet kunnen. Politie en
justitie moeten volgens diverse partijen worden versterkt om cybercrime het
hoofd te bieden.
Het CDA rept van de noodzaak om een forse inhaalslag te maken op het
gebied van cybersecurity en verwijst daarbij naar de “donkere hoeken van het
internet” waar criminelen vrijelijk hun gang kunnen gaan. De partij wil ruimere
hack- en tapbevoegdheden voor politie en justitie. Bij deze instanties moet ook
extra capaciteit en deskundigheid terechtkomen. Wraakporno moet strafbaar
gesteld worden. En er moeten nieuwe wetten komen die online burgers en hun
persoonlijke informatie beter beschermen.
In het programma van de PvdA komt éénmaal het woord cyberterreur voor.
De partij wil nieuwe technologie toepassen om criminelen te bestrijden en ze
wil investeren in de opleiding en kennis van politieagenten. Over privacy heeft
deze partij een uitgebreidere mening genoteerd. Gepleit wordt voor verantwoorde
omgang met big data, zowel bij
overheid als bedrijfsleven. Dat houdt in dat je er gebruik van moet maken ten
behoeve van bijvoorbeeld opsporing, gezondheidszorg en onderwijs, maar dat je
daarbij “de risico’s voor privacy en dataveiligheid” niet uit het oog mag
verliezen.
De VVD wil cybercrime opsporen, strenger bestraffen en voorkomen. Dat
willen ze bereiken met voorlichting over veilig internetgebruik en het inzetten
van gespecialiseerde teams van politie en justitie en in nauwe samenwerking met
banken en bedrijven. Daarnaast wil de partij het aantal cyberprofessionals bij
Defensie uitbreiden. Zij moeten voorkomen dat Nederland wordt platgelegd met
een cyberaanval door criminelen, terroristen of vijandige landen. Om de privacy
te beschermen wil de VVD technische garanties en heldere regels. Zo moet al bij
de bouw van systemen en databases de privacy-impact duidelijk zijn. Voor
criminaliteits- en terrorismebestrijding mag de privacy “bij gerichte
opsporingsactiviteiten” geschonden worden.
Bij D66 vond ik alleen informatie over privacy. De overheid mag van hen
niet zomaar informatie over “haar inwoners” verzamelen. Er zijn maatregelen
nodig om mensen te beschermen tegen buitensporige inmenging in hun privéleven,
juist als de mensen zeggen dat ze niets te verbergen hebben. Privacybescherming
door de overheid verdient volgens deze partij “meer ambitie en urgentie”.
Ook de SP vindt privacy belangrijk. Zij wil de Autoriteit
Persoonsgegevens versterken zodat die “beter kan optreden wanneer de privacy
van mensen in het geding is”. De AIVD mag niet ongericht gegevens over burgers
verzamelen. Overheden en bedrijven mogen persoonsgegevens alleen met
uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene doorgeven. De jeugd moet zich
bewust worden van de risico’s van het internet en daartoe wil de partij
investeren in lerarenopleidingen en docentennascholing. E-mails, persoonlijke
berichten en andere privécommunicatie op het internet moeten dezelfde
(grondwettelijke) bescherming krijgen als de papieren post nu heeft.
“Het briefgeheim van de 21e eeuw”, zo noemt GroenLinks dat.
Ook deze partij noemt expliciet privacy by design (al noemen ze het zelf niet
zo). De overheid moet toezien “op een veilig en privacy-vriendelijk ontwerp van
apparaten die met het internet verbonden zijn en op bescherming van
persoonsgegevens die via het internet der dingen worden verzameld.” Bovendien
moeten persoonsgegevens in Nederland worden opgeslagen en wil ook deze partij
de Autoriteit Persoonsgegevens versterken. Over cybersecurity zeggen ze alleen
dat het internet moet worden beschermd tegen misbruik en criminaliteit en dat
de overheid daarin moet investeren. Diezelfde overheid moet eisen stellen aan
bedrijven en organisaties.
De derde partij die privacy by design voorstaat, is de Partij voor de
Dieren. Ze willen dat bedrijven en overheden verplicht worden om datalekken te
melden (maar dat is al zo). De partij wil allerlei regels, die de privacy
aantasten,
afschaffen: de bewaarplicht voor telefoon- en internetgegevens, het
doorgeven van passagiersgegevens aan de VS, vingerafdrukken in reisdocumenten. Het
woord ‘cybersecurity’ komt bij de PvdD alleen in beeld wanneer ze uitleggen dat
je dat niet bereikt met het schenden van grondrechten.
De SGP vindt ‘cyberveiligheid’ van het allergrootste belang omdat we
steeds afhankelijker worden van kwetsbare systemen. De partij wil daar extra
geld voor uittrekken. Privacy mag van hen de noodzakelijke
veiligheidsmaatregelen niet doorkruisen, al wordt het recht op bescherming van
ons privéleven “tegen een al te opdringerige overheid, ‘nieuwsgierige’
bedrijven en anderen die in willen breken in andermans doen en laten” erkend.
Het onderwijs moet onze ‘mediawijsheid’ bevorderen, bijvoorbeeld als het gaat
om het online zetten van onze persoonlijke gegevens. De overheid moet haar websites
beter beveiligen en persoonlijke gegevens alleen opslaan als dat noodzakelijk
is. “Dat geldt in het bijzonder voor de bescherming van persoonsgegevens via
DigiD”, voegt de partij hieraan toe, maar dat snap ik niet.
De ChristenUnie ageert tegen de stelling “ik heb niets te verbergen” omdat
behoefte aan privacy inherent is aan het ‘mens-zijn’. De partij wil de kansen
van big data benutten, maar wijst nadrukkelijk op de risico’s die hieraan
kleven. De overheid moet een
expertisecentrum inrichten waar burgers en bedrijven terecht kunnen met vragen
over (big) data en privacybescherming en de Autoriteit Persoonsgegevens moet de
bevoegdheid en de middelen krijgen om gegevensverwerking en analysemethoden van
de overheid te controleren. Start-ups in de cybersecuritysector wil deze partij
fiscaal stimuleren.
Bij 50PLUS vindt men dat privacy gewaarborgd moet zijn. Het
“ongelimiteerd nagaan van de gangen van burgers door de overheid, veelal met
een beroep op veiligheid” kan op een kritische houding van deze partij rekenen.
Bij de PVV en GeenPeil heb ik de termen cyber, security, veiligheid,
privacy en informatiebeveiliging niet gevonden.
Inmiddels zijn we bij de wat minder bekende en/of nieuwe partijen
aanbeland. Maar dat wil niet zeggen dat het daar stil is als het over informatiebeveiliging
en privacy gaat. Integendeel zelfs: sommige van deze partijen hebben
uitgebreide standpunten op deze terreinen beschreven.
DENK wil bijvoorbeeld een versterkte aanpak van cybercrime omdat “men”
verwacht dat de helft van alle misdaden in 2021 cybercrimes zijn. De partij zet
vooral in op weerbaarheid. Hierin past ook een versterking van de Autoriteit
Persoonsgegevens. Het onderwijs moet meer cybersecurityspecialisten afleveren
en er moeten strenge minimum standaarden voor iedere gegevensverwerker komen.
Ook Nieuwe Wegen zet in op het snel inlopen van de achterstand op het
gebied van cybercrime omdat dit voor criminelen de groeimarkt van de toekomst
vormt. Er moeten meer specialisten bij politie en Openbaar Ministerie komen en Nederland
moet investeren in cyberoorlogvoering.
Voor Nederland (partijnaam) wil eveneens meer geld voor cyberwarfare, maar ook voor speciale
eenheden en robotisering. Daarnaast willen ze “meer aandacht” voor de
bestrijding van cybercrime en de privacy “zoveel mogelijk waarborgen”.
Het Forum voor Democratie houdt het kort op zijn pagina met de titel
Internet & Privacy: “waarborgen privacy”.
De Burger Beweging vindt vrijheid “een belangrijk punt” en zegt dat
recht op privacy daar een belangrijk onderdeel van is. Ze zijn tegen het voor
lange tijd opslaan van “alle telefoongesprekken en email” (telefoongesprekken
worden, voor zover mij bekend, niet opgeslagen; alleen de metagegevens (wie
belt wanneer waarheen)).
De Vrijzinnige Partij vindt dat de privacy van het individu volledig
ondermijnd is en dat mensen weer eigenaar moeten worden van hun eigen domein –
inclusief de digitale variant ervan. Niet de overheid moet de burgers in de
gaten houden, maar andersom. Daarnaast willen ze “The Dark Web ontsluiten”
(snap ik niet, bedoelen ze soms afsluiten?). De overheid moet “hacking,
phishing, malware, spyware en ransomeware” (sic) bestrijden. Het internet der
dingen is leuk, maar daar horen strikte privacybeschermingseisen bij.
De Piratenpartij is de laatste op mijn lijstje en heeft – niet geheel
onverwacht – het nodige te melden op het gebied van security en privacy. Net
als DENK voert deze partij aan dat in 2021 de helft van alle criminaliteit
online plaatsvindt (maar nu met bronvermelding: het Openbaar Ministerie).
Bestrijding van cybercrime moet dan ook
een hoge prioriteit krijgen. Niet alleen moet het Team High Tech Crime
van de politie worden versterkt, maar álle agenten moeten op dit terrein worden
bijgespijkerd. Deze partij snijdt als enige het thema identiteitsfraude aan. Ze
willen meer expertise en betere begeleiding van slachtoffers. Het BSN moet
beveiligd worden met tweefactor-authenticatie om misbruik door derden tegen te
gaan. De Piratenpartij spreekt zich uit tegen crypto-achterdeurtjes en ook
tegen het invoeren van een decryptieverplichting. En ze gaan nog een forse stap
verder: er moet een staatssecretaris Gegevensbescherming komen op het nieuwe
ministerie van Digitale Infrastructuur. Hij moet, samen met de Autoriteit
Persoonsgegevens, over de uitvoering van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en
de Europese Privacy Richtlijn waken. Het Nationaal Cyber Security Center
verhuist naar dit ministerie. En tenslotte moet er volgens deze partij een
beloningssysteem komen voor het melden van kwetsbaarheden rondom persoonlijke
gegevens bij de overheid.
Zo, dat waren twee pagina’s partijprogramma’s over slechts twee onderwerpen. En nee, ik laat mijn eigen keus niet bepalen door hetgeen hierboven staat. Er zijn genoeg andere thema’s die ook belangrijk zijn.
En in de grote boze buitenwereld …
... verbiedt de EU straks screen
scraping, het 'lezen' van een computerscherm door een programma om zo
gegevens te vergaren.
... doet deze ransomware voor macOS zich voor als tool om software te
kraken.
... kan iedereen voor relatief weinig geld spionagesoftware voor
smartphones aanschaffen.
... kun je smartphones gebruiken voor medisch onderzoek op afstand. Het
artikel staat gemakshalve niet stil bij het aspect beveiliging.
... is niet iedere telefoonlader een veilige lader.
... kunnen air-gapped
computers data lekken via het lampje van de harde schijf.
... surveilleert de politie ook op het internet. Maar ze komen je in real life ophalen als daar aanleiding
toe is.
... oordeelde de Hoge Raad dat de Belastingdienst geen gebruik mag maken
van snelwegcamera's om rittenadministraties te controleren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten