vrijdag 18 maart 2022

Container

 

Afbeelding via Pixabay

Een poosje geleden hadden we Corrie, Dudley en Eunice op bezoek. Het waren ongenode gasten die nogal hoog van de toren bliezen. Eunice vermoordde zelfs vier mensen, alleen al in Nederland. Samen met Dudley doodde deze storm nog meer mensen in de ons omringende landen.

Op een van deze winderige dagen werd bij ons in de straat de oranje container geleegd. Daar gaat PMD-afval in: plastic en metalen verpakkingen en drinkpakken. Aan de zijkant van de vuilniswagen zit een grijparm, die twee containers tegelijk kan optillen en ze dan op de kop boven een opening in de bovenkant van de wagen houdt. Bij normale weersomstandigheden valt het afval netjes in de wagen. Nu waaiden talrijke stukjes plastic, waarop de wind meer vat had dan de zwaartekracht, door de straat.

We hebben ook een blauwe container. Daar gaat oud papier in en hij wordt op dezelfde manier geleegd als de oranje container. Wat als die toevallig op de afvalkalender had gestaan? Hadden dan allerlei papieren met mijn naam erop op straat gelegen? Niet zo’n fijne gedachte. We hebben dan misschien niets te verbergen, in de zin van: we doen geen onoorbare dingen, maar er zijn genoeg dingen die anderen geen snars aangaan.

Vroeger haalden we alles waar persoonlijke gegevens op stonden door de papiervernietiger. Dat apparaat ging op een gegeven moment stuk en in diezelfde tijd droogde ook de stroom papieren bescheiden behoorlijk op. Tante Pos deed ons huis maar nog sporadisch aan; haar werk werd grotendeels overgenomen door e-mail en downloadportalen. Kortom, de papiervernietiger werd niet vervangen en het – inmiddels dus tamelijk schaarse – oud papier met onze gegevens erop gaat ‘gewoon’ in de kliko. En dat gaat, denk ik, altijd goed. Tenzij er zo’n Dudley langskomt. Of iemand op zoek is naar informatie over ons en de container induikt. In het Engels spreken ze dan liefkozend over dumpster diving.

Als informatieverwerkende organisatie kun je het je niet veroorloven om je papierafval aan de straat te zetten of door de harmonie te laten ophalen. Daar zou vroeg of laat geheid gedoe van komen. Desnoods alleen al vanwege het feit dát er papier met persoonsgegevens tussen je afval zit – de verdere informatie hoeft niet eens brisant te zijn om daar de krant mee te halen. Dergelijke organisaties hebben contracten met bedrijven die het oud papier op verantwoorde wijze afvoeren en vernietigen.

Wat voor papier geldt, geldt in nog grotere mate voor computerbestanden. Onlangs stuurde een collega mij een krantenknipsel uit 1983, waarin een commentator van de Leeuwarder Courant onder het kopje ‘Privacy-praat’ verzuchtte dat het toch merkwaardig is “hoe dat privacy-begrip telkens weer opduikt als het gaat om computerbestanden op persoonlijke nummers en nauwelijks als het gaat om kaartenbakken met dezelfde gegevens op alfabet”. Maar deze schrijver had het al vroeg goed begrepen: “In de praktijk kan het anders zijn, omdat het mogelijk is computergegevens snel door te spelen”. En in grote omvang, kun je daar gerust aan toevoegen.

In 2004 zette officier van justitie Joost Tonino zijn oude computer, die het vanwege een virusbesmetting niet meer deed, op straat bij het grof vuil. En natuurlijk nam iemand dat apparaat mee voordat de vuilniswagen langskwam en hij kreeg het apparaat gewoon aan de praat. De computer stond bol van de vertrouwelijke informatie, die haar weg naar Peter R. de Vries vond. Een schandaal was geboren. Trouw schreef hierover: “Zelden is een ambtenaar – een magistraat nog wel – door de politiek in het openbaar zo afgedroogd als gisteren de Amsterdamse officier van justitie Joost Tonino.” Had hij die Leeuwarder Courant maar gelezen… (Tonino was ongeveer 17 toen het artikel verscheen, dus het hád gekund.)

Als brave burger zul je niet zo snel te maken krijgen met dumpster diving. Heb je echter iets op je kerfstok, dan zou het zo maar kunnen dat de politie erg geïnteresseerd raakt in je blauwe container. Maar, afhankelijk van wat je hebt uitgevreten, is je computer waarschijnlijk veel interessanter voor ze. In het krantenknipsel staat trouwens ook nog: “Wie niets te verbergen heeft hoeft niet bang te zijn, dat hij in zo’n computerbestand voorkomt, en dat gegevens van het ene bestand tegen die van het andere worden gelegd.” Die vlieger gaat al lang niet meer op: iedereen heeft iets te verbergen, iedereen staat in talloze bestanden en als computers iets goed kunnen, dan is het wel gegevens met elkaar in verband brengen. Dat stukje kwam eigenlijk net een jaar te vroeg in de krant.

 

En in de grote boze buitenwereld …

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten