vrijdag 14 september 2018

Beroepsdeformatie

Voor Benno

In mijn privéleven heb ik wel eens last van mijn vak. Of eigenlijk: van mijn beroepsdeformatie. Hebben de kinderen net iets spannends bedacht, smoor ik hun enthousiasme in de kiem door erop te wijzen dat hun plannetje te gevaarlijk is en dus niet doorgaat. Op sommige plannen zou iedere ouder zo reageren, maar ik vrees toch dat ik er wat vaker dan anderen een instant-risicoanalyse tegenaan gooi.

Zoals deze zomer, toen we op weg van Zuid-Frankrijk naar huis nog een dagje Trier deden. Daar ligt in de Gartenfeldstraβe een bescheiden brug over het spoor (zie Google Maps). Aan weerskanten heeft de brug een betonnen, ongeveer een meter brede boog met daarnaast nog een stoep. Zoonlief rende een klein stukje tegen zo’n boog omhoog. Prima, niks mis mee. Toen bedacht hij dat hij ook helemaal naar boven zou kunnen lopen. Ik twijfel er niet aan dat hij daarin zou slagen, hij doet wel meer freerunning-dingetjes. Maar ik zag teveel beren op de weg om mijn fiat te geven: hij zou zich kunnen verstappen, een plotselinge windvlaag  zou hem van de brug kunnen blazen – en dan natuurlijk naar de kant van het wegdek, waar net een vrachtauto zou langskomen. Of hij zou wel naar boven, maar niet meer naar beneden durven te lopen, of toch en dan uitglijden op het steile traject. En dat dan ook nog eens ver van huis… Kortom: het sommetje kans x impact, waarmee je het risico berekent, pakte voor mij zodanig uit dat van risico-acceptatie geen sprake kon zijn. En aangezien het ook niet mogelijk was om compenserende maatregelen te treffen en de verzekering slechts de materiële ongemakken zou dekken, bleef er maar één behandelwijze voor dit risico over: vermijden. Ofwel: nee jongen, niet doen. (Een dag later passeerden wij deze brug weer en toen stond er een flesje frisdrank bovenop. Iemand anders heeft daar dus wél gelopen – of een zéér strakke bottle flip uitgevoerd).

We hebben de kinderen op vakantie wel losgelaten in een klimbos. Daar kan ook wel het een en ander misgaan, maar een klimbos is toch een speeltuin die is ingericht voor activiteiten op hoogte, voorzien van allerlei beveiligingsmaatregelen en scherp in de gaten gehouden door kundig personeel. De valbeveiliging is dubbel uitgevoerd waardoor je, als je moet ‘overstappen’ op een andere veiligheidslijn, nooit los in een boom staat; je hangt óf aan de ene, óf aan de andere lijn. Het geheel gaf mij voldoende vertrouwen om mijn kinderen een leuk avontuur te laten beleven.

Bij mijn dochter in de klas doen drie jongetjes een challenge: zo lang mogelijk in korte broek naar school gaan. Vanochtend zag ik er zo eentje: bij tien graden in korte broek en T-shirt, zonder jas. Zou ik deelname aan deze challenge toestaan? Dat is gelukkig een hypothetische vraag, want mijn dochter vindt het zelf ook stom. En anders zou ik het in ieder geval ernstig ontraden.

Nog eentje dan. De Arbowet stelt allerlei eisen aan de beveiliging van mensen die op hoogte werken, en toch zie je regelmatig dakdekkers, zonnepaneleninstallateurs en andere beroepsacrobaten los en zonder valbeveiliging over schuine daken lopen. Zo’n tuigje zal wel lastig zijn en een valbeveiliging/steiger opbouwen kost moeite en geld en ach, het zijn ervaren daklopers. Laatst moest iemand bij ons thuis iets aan een dakkapel doen en dat bleek niet van binnenuit te kunnen. Hij zei meteen dat hij niet met de ladder het dak op zou gaan omdat dat te gevaarlijk was. Er moest een steiger aan te pas komen. Anders dan menige andere klant zou hebben gedaan prees ik hem en nam op de koop toe dat de reparatie twee weken uitgesteld zou worden. Overigens was deze man door schade en schande wijs geworden: hij was al twee keer van een dak gevallen.

Thuis heb ik (of eigenlijk: onze kinderen) dus wel eens last van mijn beroepsdeformatie. Op het werk word ik echter betaald om doem te denken, zeg ik altijd (taalkundig fout, maar het klinkt zo aardig). En alsof mijn eigen doemdenken nog niet genoeg is, steekt zo af en toe een collega het hoofd om de hoek en vertelt dat hij iets heeft gezien wat volgens hem vanuit beveiligingsoptiek niet in orde is. Dat soort collega’s hebben we hard nodig, want we kunnen niet alles zelf zien. Het komt ook wel eens voor dat iemand spoken ziet, maar ik heb liever dat ik tien spoken moet ontzenuwen dan dat we één terechte melding missen. Ik koester collega’s die de moeite nemen om hun verhaal te komen doen. Tot mijn grote spijt moeten we voortaan een zo’n bevlogen persoon missen.

En in de grote boze buitenwereld …


... is het tóch mogelijk om gegevens te stelen die op een versleutelde harde schijf staan.

... is functionaris gegevensbescherming een pittige functie waar de Autoriteit Persoonsgegevens stevige eisen aan stelt.

... is online bankieren veilig, zeggen de banken. Maar kijk uit voor CEO-fraude.

... levert CEO-fraude de crimineel veel geld op.

... belandt af en toe ook wel eens een CEO-fraudeur in de gevangenis. (De in het artikel gehanteerde term business email compromise is een synoniem voor CEO-fraude.)

 ... trekt de regering in de nieuwe begroting dertig miljoen extra uit voor het aanpakken van cybercrime.

... moeten bedrijven jou vertellen wat ze over je weten als je daarom vraagt. In de praktijk verloopt zo’n inzageverzoek lang niet altijd soepel.
Noot: dit is een Amerikaans artikel, hoewel het ook ingaat op de Europese wetgeving (AVG).

... was het nog nooit zo gemakkelijk om een auto te stelen.

... voelt een privacy-maatregel soms als een 1-aprilgrap.

... kun je Bluetooth maar het beste uitzetten op momenten dat je het niet gebruikt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten