Voor Benno
In mijn privéleven heb ik wel eens last van mijn vak. Of eigenlijk: van mijn beroepsdeformatie. Hebben de kinderen net iets spannends bedacht, smoor ik hun enthousiasme in de kiem door erop te wijzen dat hun plannetje te gevaarlijk is en dus niet doorgaat. Op sommige plannen zou iedere ouder zo reageren, maar ik vrees toch dat ik er wat vaker dan anderen een instant-risicoanalyse tegenaan gooi.
Zoals deze zomer, toen we op weg van Zuid-Frankrijk naar huis nog een
dagje Trier deden. Daar ligt in de Gartenfeldstraβe een bescheiden brug over
het spoor (zie Google
Maps). Aan weerskanten heeft de brug een betonnen, ongeveer een
meter brede boog met daarnaast nog een stoep. Zoonlief rende een klein stukje
tegen zo’n boog omhoog. Prima, niks mis mee. Toen bedacht hij dat hij ook
helemaal naar boven zou kunnen lopen. Ik twijfel er niet aan dat hij daarin zou
slagen, hij doet wel meer freerunning-dingetjes.
Maar ik zag teveel beren op de weg om mijn fiat te geven: hij zou zich kunnen
verstappen, een plotselinge windvlaag
zou hem van de brug kunnen blazen – en dan natuurlijk naar de kant van
het wegdek, waar net een vrachtauto zou langskomen. Of hij zou wel naar boven,
maar niet meer naar beneden durven te lopen, of toch en dan uitglijden op het
steile traject. En dat dan ook nog eens ver van huis… Kortom: het sommetje kans
x impact, waarmee je het risico berekent, pakte voor mij zodanig uit dat van
risico-acceptatie geen sprake kon zijn. En aangezien het ook niet mogelijk was
om compenserende maatregelen te treffen en de verzekering slechts de materiële
ongemakken zou dekken, bleef er maar één behandelwijze voor dit risico over:
vermijden. Ofwel: nee jongen, niet doen. (Een dag later passeerden wij deze
brug weer en toen stond er een flesje frisdrank bovenop. Iemand anders heeft
daar dus wél gelopen – of een zéér strakke bottle
flip uitgevoerd).
We hebben de kinderen op vakantie wel losgelaten in een klimbos. Daar
kan ook wel het een en ander misgaan, maar een klimbos is toch een speeltuin
die is ingericht voor activiteiten op hoogte, voorzien van allerlei
beveiligingsmaatregelen en scherp in de gaten gehouden door kundig personeel.
De valbeveiliging is dubbel uitgevoerd waardoor je, als je moet ‘overstappen’
op een andere veiligheidslijn, nooit los in een boom staat; je hangt óf aan de
ene, óf aan de andere lijn. Het geheel gaf mij voldoende vertrouwen om mijn
kinderen een leuk avontuur te laten beleven.
Bij mijn dochter in de klas doen drie jongetjes een challenge: zo lang mogelijk in korte broek naar school gaan. Vanochtend
zag ik er zo eentje: bij tien graden in korte broek en T-shirt, zonder jas. Zou
ik deelname aan deze challenge toestaan? Dat is gelukkig een hypothetische
vraag, want mijn dochter vindt het zelf ook stom. En anders zou ik het in ieder
geval ernstig ontraden.
Nog eentje dan. De Arbowet stelt allerlei eisen aan de beveiliging van
mensen die op hoogte werken, en toch zie je regelmatig dakdekkers,
zonnepaneleninstallateurs en andere beroepsacrobaten los en zonder
valbeveiliging over schuine daken lopen. Zo’n tuigje zal wel lastig zijn en een
valbeveiliging/steiger opbouwen kost moeite en geld en ach, het zijn ervaren
daklopers. Laatst moest iemand bij ons thuis iets aan een dakkapel doen en dat
bleek niet van binnenuit te kunnen. Hij zei meteen dat hij niet met de ladder
het dak op zou gaan omdat dat te gevaarlijk was. Er moest een steiger aan te
pas komen. Anders dan menige andere klant zou hebben gedaan prees ik hem en nam
op de koop toe dat de reparatie twee weken uitgesteld zou worden. Overigens was
deze man door schade en schande wijs geworden: hij was al twee keer van een dak
gevallen.
Thuis heb ik (of eigenlijk: onze kinderen) dus wel eens last van mijn
beroepsdeformatie. Op het werk word ik echter betaald om doem te denken, zeg ik
altijd (taalkundig fout, maar het klinkt zo aardig). En alsof mijn eigen
doemdenken nog niet genoeg is, steekt zo af en toe een collega het hoofd om de
hoek en vertelt dat hij iets heeft gezien wat volgens hem vanuit
beveiligingsoptiek niet in orde is. Dat soort collega’s hebben we hard nodig, want
we kunnen niet alles zelf zien. Het komt ook wel eens voor dat iemand spoken
ziet, maar ik heb liever dat ik tien spoken moet ontzenuwen dan dat we één
terechte melding missen. Ik koester collega’s die de moeite nemen om hun
verhaal te komen doen. Tot mijn grote spijt moeten we voortaan een zo’n
bevlogen persoon missen.
En in de grote boze buitenwereld …
... is het tóch mogelijk om gegevens te stelen die op een versleutelde
harde schijf staan.
... is functionaris
gegevensbescherming een pittige functie waar de Autoriteit Persoonsgegevens
stevige eisen aan stelt.
... is online bankieren veilig, zeggen de banken. Maar kijk uit voor
CEO-fraude.
... levert CEO-fraude de crimineel veel geld op.
... belandt af en toe ook wel eens een CEO-fraudeur in de gevangenis.
(De in het artikel gehanteerde term business
email compromise is een synoniem voor CEO-fraude.)
... trekt de regering in de
nieuwe begroting dertig miljoen extra uit voor het aanpakken van cybercrime.
... moeten bedrijven jou vertellen wat ze over je weten als je daarom
vraagt. In de praktijk verloopt zo’n inzageverzoek lang niet altijd soepel.
Noot: dit is een Amerikaans artikel, hoewel het ook ingaat op de
Europese wetgeving (AVG).
... was het nog nooit zo gemakkelijk om een auto te stelen.
... voelt een privacy-maatregel soms als een 1-aprilgrap.
https://www.security.nl/posting/576603/DierenPark+Amersfoort+geeft+bezoekers+dinomasker+voor+privacy
... kun je Bluetooth maar het beste uitzetten op momenten dat je het
niet gebruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten