vrijdag 7 juli 2017

Lek

Er zijn twee soorten datalekken: lek door hack en lek door insider. We kunnen ons relatief goed beschermen tegen hackers, en dus ook tegen hackers die data stelen. Dat is een kwestie van de deur stijf gesloten houden voor iedereen zonder autorisatie. De tweede soort valt ook weer in tweeën uiteen: medewerkers die opzettelijk data naar buiten brengen en medewerkers die dat per ongeluk doen. Ik ben ervan overtuigd dat verreweg de meeste datalekken door die laatste groep worden veroorzaakt.

Het opzettelijk lekken door een medewerker is nauwelijks tegen te gaan. Natuurlijk, je kunt heel veel dichtzetten: je verstrekt autorisaties alleen aan wie ze echt nodig heeft (need to know), schrijfrechten op externe media (zoals USB-sticks) geef je alleen aan medewerkers waarvan de hoogste baas vindt dat ze anders hun werk niet fatsoenlijk kunnen uitvoeren, dat soort dingen. Maar kun je ook externe mailen dichtzetten en de printer afvoeren? Ik betwijfel of een organisatie dan nog effectief kan functioneren, laat staan efficiënt.

Maar zoals gezegd, de meeste datalekken worden per ongeluk veroorzaakt door eigen medewerkers. Bijvoorbeeld door een USB-stick die in de trein uit je broekzak glijdt, door een stapeltje documenten dat ergens blijft liggen of door bestanden die iemand naar zijn privé-adres mailt om er thuis aan verder te werken. Ook dergelijke onopzettelijke lekken kun je maar tot op zekere hoogte technisch dichten. Je kunt ervoor zorgen dat USB-sticks altijd automatisch versleuteld zijn en dat zo min mogelijk medewerkers überhaupt iets met externe media kunnen doen. Net als bij de bestrijding van opzettelijk lekken geldt echter ook hier dat er grenzen zijn aan de maatregelen die je kunt treffen zonder het functioneren van de organisatie aan te tasten.

Wat ons dan nog rest is het vergroten van het risicobewustzijn van medewerkers. Die doen bepaalde dingen met de beste bedoelingen, zonder zich te realiseren dat die in strijd zijn met het beveiligingsbeleid – het beleid dat beschrijft hoe we de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van onze data borgen, en dat dus ook regels bevat die het lekken van data moeten voorkomen.

Neem nou het ‘naar huis mailen’ van bestanden. Het gaat al mis bij deze zegswijze. Je mailt namelijk helemaal niet ‘naar huis’. Je mailt vanuit de mailserver van je organisatie naar een mailserver in de buitenwereld, en vanaf die mailserver gaat het mailtje naar een volgende mailserver, tot dat het uiteindelijk op de mailserver van jouw provider of e-maildienst terechtkomt, waar jij het ten slotte ophaalt. Al deze tussenstappen maken van jouw mailtje het elektronische equivalent van een briefkaart, waardoor andere mensen, als ze daar wat moeite voor doen, jouw mailtje kunnen lezen. Er zijn weliswaar initiatieven die uiteindelijk moeten leiden tot beveiliging van e-mail waar je als gebruiker geen omkijken naar hebt, maar het duurt nog wel even voordat we daarvan kunnen genieten. Daar komt nog bij dat bepaalde e-maildiensten – zoals Gmail, Outlook en Yahoo – buiten Europa draaien. De privacywetgeving staat niet toe dat persoonsgegevens (van bijvoorbeeld klanten of personeel) wordt opgeslagen buiten de Europese Economische Ruimte (EU + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Binnen alle regels thuis werken kan slechts op één manier: met je goed beveiligde zakelijke laptop.

Met e-mail loop je ook nog het risico dat je naar het verkeerde adres mailt. Als je de naam van de geadresseerde begint te typen, dan wordt die vaak automatisch aangevuld. Maar is het adres dat er nu staat werkelijk het adres dat je bedoelde? Het is een kleine moeite om daar een keer extra naar te kijken, zeker bij mail naar een extern adres.

Je kunt ook zonder het te beseffen intern gegevens lekken. Maak je wel eens een afspraak voor een overleg in de agenda en stop je daar voor het gemak de vergaderstukken als bijlage bij? Dan kan iedereen die de agenda van een deelnemer kan inzien óók die bestanden inzien. Foute boel dus als het om vertrouwelijke informatie gaat, zeker in een organisatie waar het gebruikelijk is dat iedereen je agenda mag inzien. Degene die de vergadering inplant is ervoor verantwoordelijk dat hij geen vertrouwelijke stukken in de uitnodiging stopt.

Zonder alerte medewerkers is een organisatie zo lek als een mandje.

En in de grote boze buitenwereld …


... verbiedt ook de nieuwe privacywetgeving dat iedereen zomaar het BSN gaat gebruiken.

... maken Britse scholen zich zorgen over de nieuwe feature van Snapchat waarmee je de exacte locatie van je ‘vrienden’ kunt zien – en zij die van jou.

... keert het beschermen van data tegen inzage door grenscontroleurs zich mogelijk tegen je.

... vragen niet alleen Amerikaanse en Britse grenscontroleurs om je wachtwoord, maar ook bijvoorbeeld Nieuw-Zeelandse.

... heeft de Oekraïense politie servers in beslag genomen bij het bedrijf dat de M.E.Doc-software maakt, die verantwoordelijk wordt gehouden voor het verspreiden van de ransomware NotPetya. Het bedrijf ontkende, maar heeft inmiddels bevestigd dat er toch iets mis is.

... zeggen deze onderzoekers zelfs dat er nog meer malware via M.E.Doc is verspreid.

... zouden de aanvallers het wachtwoord van een systeembeheerder hebben misbruikt om M.E.Doc te besmetten.

... hebben de hackers achter NotPetya inmiddels hun bitcoin-portemonnee geleegd.

... gaat Windows 10 ons beter beschermen tegen ransomware.

... is het Russische antivirusbedrijf Kaspersky bereid om zijn broncode door de wantrouwende Amerikaanse overheid te laten onderzoeken.

... zijn miljoenen Android-toestellen geroot door het installeren van apps via onofficiële marktplaatsen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten