vrijdag 4 april 2025

Dovemansoren

Afbeelding via Pixabay

“Heb jij al eens een blog geschreven over het spanningsveld tussen security en gebruiksgemak?”, vroeg een collega. “Vast wel”, antwoordde ik, “maar wat is jouw aanleiding om daarnaar te vragen?” “Mijn vrouw.”

Ik snapte meteen wat hij bedoelde. Niet dat mijn gezin het allemaal niet begrijpt hoor. Maar we hadden laatst wat mensen over de vloer, waaronder een stel dat bij elkaar opgeteld ongeveer mijn leeftijd heeft. Zij vroeg om het wifi-wachtwoord, en ik noemde het wachtwoord van ons gastennetwerk. Dat is gemakkelijk te onthouden en daarom niet erg ingewikkeld (iets als fiets3oven) – het is toch maar het gastennetwerk en daarmee kun je niet bij onze gegevens. Zij reageerde tot mijn verrassing echter met: “Poh, wat een moeilijk wachtwoord!” En ze noemde spontaan hun eigen wifi-wachtwoord, dat ik zou inschalen in de categorie “20e eeuw”.

Een afkeurende blik kon ik niet vermijden, maar vervolgens deed ik een voorzichtige, uiterst vriendelijke poging om uit te leggen dat een dergelijk wachtwoord geen goede keus is. En het is bepaald niet zo dat ik onervaren of onhandig ben in het uitleggen van dat soort dingen. Maar in dit geval was mijn uitleg aan dovemansoren gericht. “Ach, bij ons gebeurt toch nooit iets”, zei de jongedame. Het was echter vooral haar blik die boekdelen sprak: waar maakt die man zich druk om? Ik nam nog een nieuw aanloopje en begon over wachtwoorden van andere, misschien belangrijkere accounts – vanuit de wetenschap dat mensen die links onverstandig handelen, dat meestal rechts ook doen. De muur van onbegrip was echter dermate hoog dat ik haar, ondanks alle ervaring, niet wist te slechten. En ik besefte dat ik het hierbij moest laten; die mensen waren hier voor de gezelligheid, niet om de les gelezen te krijgen.

Mijn vrouw en dochter, die dit allemaal hadden meegekregen, waren inmiddels al ruimschoots door de vloer gezakt. Los van het feit dat tieners er slecht tegen kunnen als hun vader zoiets doet, hadden de beide dames veel sneller dan ik in de gaten dat ik aan een mission impossible was begonnen. Hun opluchting was dan ook groot toen ik het onderwerp liet varen en we overgingen op koetjes en kalfjes.

Beveiliging en gebruiksgemak staan op gespannen voet met elkaar. Ga maar na: als je je huis op slot hebt gedaan, dan sta je net iets langer in de regen als je weer thuis komt. Iedereen begrijpt echter dat deze maatregel is bedoeld om buitenstaanders buiten te houden – die heten niet voor niets zo. Bij informatiebeveiliging werkt het net zo: legitieme gebruikers wil je eigenlijk geen strobreed in de weg leggen, maar omdat de meeste systemen nu eenmaal niet voor iedereen zijn bedoeld, moet er een slot op deur.

Sommige van die sloten zijn hinderlijker dan andere, en soms kunnen ze ronduit vervelend zijn, bijvoorbeeld om ze vaak op slot gaan. Als het vervelend wordt, dan zijn mensen geneigd om beveiligingsmaatregelen te omzeilen. Het moge duidelijk zijn dat de organisatie dergelijke creativiteit niet op prijs stelt. Daarom vind ik het altijd belangrijk dat je kunt begrijpen waarom een bepaalde maatregel van kracht is. En dus heb ik voor een tweetal maatregelen, waarbij ikzelf vaak denk: “Waarom werkt dit toch zo”?, navraag gedaan.

In beide gevallen kwam het antwoord neer op: dat zou niet zo moeten zijn. Gevolgd door technische uitleg waaruit valt op te maken dat er helemaal geen beveiligingsmaatregel in het spel is, althans: geen maatregel die verklaart wat ik beleef. Er is waarschijnlijk gewoon iets niet goed. Dat kan dus ook: dat je denkt dat iets een kromme beveiligingsmaatregel is, maar dat er iets anders aan de hand is.

Hopelijk kan die collega zijn vrouw ervan overtuigen dat sommige maatregelen belangrijk zijn. En hopelijk herkent hij situaties waarin er gewoon iets stuk is en het gedrag niet de schuld van de beveiliging is.

 

En in de grote boze buitenwereld …